Verhalen archief
Stichting Niet te Kraken

Gepubliceerd in de vernieuwbouwspecial van het GAE-Magazine (augustus 2015).

Go-Ahead speelde vanaf 1902 op de Ossenweerd, aan de overkant van de IJssel, ter hoogte van de spoorbrug. Nadat Go-Ahead als eerste volksclub in Nederland in 1917 de landstitel binnenhaalde wilde de club graag verhuizen, mede doordat de IJssel bij hoog water met enige regelmaat buiten zijn oevers trad en de kleigrond waarop gevoetbald werd dan onder water kwam te staan.

Daarom betrok Go-Ahead in 1920 een nieuw veld met een overdekte tribune op de locatie van de huidige Adelaarshorst, met toen nog de ingang aan de Veenweg. Drie landskampioenschappen later (van 1922, 1930 en 1933) liet Go-Ahead een nieuwe hoofdtribune verrijzen. Deze werd op 25 augustus 1934 officieel geopend door de burgemeester. De ingang van het terrein was toen al verplaatst naar de Vetkampstraat. In 1963 werden, direct na de promotie naar de eredvisie, de IJsseltribune en de Brinkgreverwegtribune (B-Side) gebouwd en in 1965, voor de Europacupwedstrijd tegen Celtic, werden er lichtmasten geplaatst. In 1986 werd de Leo Halle tribune geopend.

Dit geheel hield stand, op enige uitbreidingen en verbouwingen na, tot eind van het seizoen 2014-2015. Direct na dit seizoen werden de hoofdtribune en Leo Halle tribune vervangen door volledig nieuwe, grotere, exemplaren. Al vanaf 1920 spelen onze roodgele helden hun wedstrijden dus op exact dezelfde locatie. Iets wat zonder twijfel als uniek kan worden bestempeld. Een rechthoekig terrein van 105 bij 68 meter midden in de stad, waar al 95 jaar mensen bij elkaar komen. Mensen met dezelfde achtergrond, dezelfde interesse . Generatie op generatie. Al bijna een eeuw lang.

Als het gras kon praten, dan zouden het hier prachtige verhalen van unieke gebeurtenissen te vertellen hebben. 95 jaar lang is op deze plek voetbalhistorie opgezogen in het heilige gras. Elke keer als je in het stadion bent merk je het. Een gevoel dat moeilijk te beschrijven valt. Je voelt dat de opgezogen historie van bijna een eeuw wordt uitgeademd, alsof er iemand zachtjes langs je nekharen blaast tot er een rilling door je lichaam gaat.

Veel oude voetballegendes hebben hier hun voetstappen staan. Rath Verlegh en Kick Smit deden het publiek verteld staan van hun techniek. Abe Lenstra en Johan Cruijff scoorden hier menig goal. Coen Moulijn en Piet Keijzer maakten er onnavolgbare acties en de jonge Braziliaanse wondervoetballers Romario en Ronaldo toonder er hun ongekende voetbaltalenten. Aan Go-Ahead zijde stond volksheld Leo Halle tussen de, toen nog, vierkante palen. Jopie Buter bezorgde elke tegenstander een nachtmerrie, Knakkie liep als een ware leider op het veld te paraderen, de robuuste Cees van Kooten liet menig supporter juichen en als je je ogen dichtknijpt hoor je Willem Beltman schreeuwen en zie je Jannie rennen met haar vlag, terwijl Paultje Bosvelt met wapperende manen aan een rush begint.

Elke generatie heeft zijn eigen helden en zijn memorabele herinneringen. De tribunes rondom het veld zijn meerdere malen veranderd, maar de mensen op de tribunes zijn altijd hetzelfde gebleven. Daar zit de rasechte Deventenaar. Die trots is op zijn stad en vooral op zijn clubje. De Deventenaar die al 95 jaar naar exact hetzelfde stukje gras kijkt. De plek waar hij zich thuis voelt. Het historische voetbalveld van zijn plaatselijke trots. Het heilige gras van de Adelaarshorst. De plek waar de tijd lijkt stil te staan en de geschiedenis langzaam verder kabbelt.

Edgar Overmeen, stichting Niet te Kraken.