Verhalen archief
Stichting Niet te Kraken

De doelverdediger.

Hoi Buitenkantjelinks,

Bedankt voor je brief.

Voor even werd het kampioensvaandel al opgepoetst en het bordes van de Waag schoongeveegd. Gisteren direct na het eindsignaal en enkele tellen na het winnende doelpunt van VVV kon het vaandel weer in de kast en kon het bordje ‘niet betreden’ weer teruggehangen worden op het bordes van de Waag. Ik zag op twitter woorden voorbij komen als ‘ontluisterend’, ‘typisch GAE’. Eén iemand schreef: ‘Het is alsof ik nodig naar de WC moest en net de pot niet haalde’. Dat gaf mijn gemoedstoestand wel aardig weer, direct na de wedstrijd. Ik voelde me flink bescheten.

Cummins oogde nogal onzeker, of zeg maar gerust zenuwachtig. Je kunt het hem niet eens kwalijk nemen, vind ik. Het moment dat je een tweede keeper binnenhaalt die minimaal gelijkwaardig is weet je dat dit niet positief gaat werken. Keepers zijn zenuwlijders. Die hebben zelfvertrouwen nodig. Een eerste keeper moet aan het begin van het seizoen weten dat hij de onbetwiste eerste keuze is. Het hele seizoen. Wat er ook gebeurt. Een tweede keeper moet zich daarbij neerleggen. Hij moet trots zijn dat hij de eerste keeper mag inschieten. Zijn hoogtepunt van de wedstrijd moet zijn dat hij na de wedstrijd mag meelopen met de selectie om het publiek te bedanken. Zwaaien naar familie en bekenden en daarna hopen dat je nog in beeld komt bij de samenvatting op T.V. Patrick ter Mate, dat was de laatste ideale reservekeeper. Met Patrick op de bank hadden we gisteren niet verloren. Daar ben ik heilig van overtuigd.

De reservekeepers uit de tijd van Leo Halle, Nico van Zoghel, Joop Hiele of Jan Jongbloed durfden niet eens te dromen over een basisplaats. Als ze een keer moesten invallen voelden zij zich alsof ze op het huis van de buren moesten passen. Als de eerste keeper weer fit genoeg was om een bal vast te houden wist de tweede keeper niet hoe snel hij weer op de bank moest gaan plaatsnemen. Zonder te mokken. Zo horen de verhoudingen te zijn tussen een eerste en een tweede keeper. Dat schept duidelijkheid en vertrouwen. De tweede keeper achter Leo Halle was trouwens ook nog eens zijn zwager. Co de Roo. Ik was een keer bij zijn zoon thuis. Hij toonde mij vol trots foto’s van Leo Halle. Ook zijn zoon is tot op de dag van vandaag trots dat zijn vader tweede keeper mocht zijn achter Ome Leo. Prachtig.

Zou Bert de wedstrijd gezien hebben, vanuit de zandbak? Ik zie hem al zitten in een 6 sterren hotel, op een zitzak gevuld met verse oliedollars. Zou hij een Fox abonnement als eis gesteld hebben bij zijn contractonderhandelingen, om zo zijn Kowet te kunnen blijven volgen? Ach ja, we kunnen er wel kritiek op hebben, maar zeg er maar eens nee tegen. Een jaartje geld scheppen, terwijl je je hobby mag uitvoeren. Als hij nou gewoon één weeksalaris opzij legt en aan ons schenkt zodat wij in een keer een prachtig Go-Ahead-museum kunnen openen én een levensgroot standbeeld van Leo Halle op het plein kunnen neerzetten, dan praten we nergens meer over. Als dank noemen we dan het supportersplein het Sjeik-van-Marwijk-plein.

Zo, ik ga vanmiddag even naar de vorderingen kijken van het schitterende nieuwe supportershome en dan morgen weer lekker zelf de wei in. Lettele uit. Er zijn nog kaarten.

De groeten,

Niet te Kraken.

IMG_5618

Uit het boek ‘ Modern Voetbal’ uit 1947.

 

In ‘Roodgele Brieven’ gaan bloggers Niet te Kraken en Buitenkantje Links in op de laatste ontwikkelingen rondom Go Ahead Eagles