Verhalen archief
Stichting Niet te Kraken

Op 31 oktober speelt Go Ahead Eagles de eerste bekerwedstrijd van het seizoen bij de (sinds 1959 Koninklijke) Haarlemsche Football Club. Het kan een ‘revanche’ worden voor een bekeruitschakeling tegen de traditieclub van liefst 107 jaar en twee dagen eerder.

Op 29 oktober 1916 treffen Go-Ahead en HFC elkaar in Deventer, nog op de Ossenweerd aan de IJssel. Het is de derde ronde van de strijd om de Holdert Beker, zoals het toernooi dan heet, maar voor beide clubs de eerste. Als eersteklassers stromen ze pas in de derde ronde in.

Go-Ahead is voor de zomer net voor het eerst oostelijk kampioen geworden en zet precies in die periode de definitieve stap naar de absolute voetbaltop. Het ‘deftige’ en eerbiedwaardige HFC (opgericht in 1879) heeft dan al een lange en rijke historie. In de oertijd van het voetbal hebben de Haarlemmers al drie kampioenschappen in de Eerste Klasse behaald. Die gelden vandaag de dag als een soort ‘officieuze’ landstitels, omdat er destijds alleen in het westen van het land maar een serieuze competitie was). Ook is HFC een soort ‘cupfighter’. Nog recent (in 1913 en 1915, en eerder in 1904) heeft de club de beker gewonnen. Kortom: niet zomaar even een opponent.

HFC heeft tussen 1906 en 1916 ook al negen internationals afgeleverd, iets waar Go-Ahead dan nog niet aan toe is. Van die negen speelt er één mee in Deventer: Jacques Francken. Zijn broer Harry is ook van de partij. Een derde broer (22-voudig international Mannes) zou dat ook zeker geweest zijn, als hij niet in januari 1916 naar Nederlands-Indië was vertrokken. In de persoon van spil Nico Bouvy staat er bij HFC overigens nog een tweede international op het veld, maar hij behaalde zijn caps al voor zijn komst naar Haarlem.

HFC is in het begin dan ook sterker, maar heeft een strafschop (hands van Edu Haes) nodig om op voorsprong te komen. Bouvy kan daarna na een ‘kwetsuur’ slechts op halve kracht op de linkervleugel nog wat meehobbelen, en HFC speelt na rust zelfs even met tien man, alvorens er een invaller opdraaft. Niettemin blijft HFC aanvankelijk de bovenliggende partij met zijn – in de woorden van het Deventer Dagblad – ‘zeer wetenschappelijk spel’. Dan recht Go-Ahead de rug en dringt de Haarlemmers terug. Het resulteert in de gelijkmaker van Gerrit van der Waarde met een ‘zeer fraai schot’, dat volgens de krant eigenlijk voor meer dan één punt zou moeten tellen …

Verder aandringen van de roodgelen levert niets op, ook niet in het voorgeschreven kwartier verlenging. De verlenging bedraagt in die jaren 2 x 7½ minuut en wordt volgens het sudden-death-principe gespeeld.

Het gelijkspel, volgens de krant een juiste afspiegeling van de verhoudingen, betekent wel dat HFC doorgaat en dat het bekeravontuur voor Go-Ahead dus al eindigt. Een andere bepaling uit het bekerreglement van die tijd bepaalt namelijk dat de uitclub verder bekert als de stand na verlenging nog steeds gelijk is. Strafschoppen om een beslissing te forceren kent men dan nog niet.

Volgens het jubileumboek van HFC uit 1919 (bij het veertigjarig bestaan) mag de club in retrospectief ‘trotsch’ zijn op het behaalde resultaat tegen de dan ‘aanstaande kampioenen van Nederland’. Want wat niemand in oktober 1916 namelijk nog weet, is dat Go-Ahead ruim een half jaar later zijn eerste landstitel behaalt en zo als eerste club uit het oosten én als eerste arbeidersclub voor een kleine revolutie in het Nederlandse voetbal zorgt.

En dan nu ook nog maar even die bekeruitschakeling van 107 jaar – en twee dagen – geleden rechtzetten …

(Met dank aan Bert Vermeer en Hugo Bettink (Archiefcommissie Kon. HFC))