Nu de IJsselderby tegen PEC Zwolle weer nadert, is het aardig om te constateren dat de definitieve opmars van Go-Ahead naar de nationale top uitgerekend in Zwolle begon. We moeten ervoor terug naar 1911.
Vanaf 1905 speelde Go-Ahead, na twee seizoenen Apeldoornse en Zutphense voetbalbond onder de naam Be Quick, in de landelijke NVB. De ploeg begon daar in de oostelijke tweede klasse, en besloot het eerste seizoen op de vierde (en laatste) plaats. Daarna ging het elk jaar iets beter, en in 1910 kon de vlag uit. In een competitie met zes clubs werd Go-Ahead eerste: daarmee was het eerste kampioenschap in de clubgeschiedenis, zij het op het tweede niveau, een feit. Die titel betekende echter nog geen promotie. In een extra “play-off” tegen de kampioenen van de andere afdelingen bleef Go-Ahead steken op de tweede plek, waardoor het verblijf in de tweede klasse gecontinueerd werd.
Een jaar later, in het seizoen 1910-1911, eindigden de roodgelen achter Tubantia als tweede, maar dat was genoeg voor een hernieuwde deelname aan de play-offs. Er was nu (eenmalig) sprake van een uiterst vreemde promotieregeling. Er zouden twee clubs promoveren, maar clubs uit dezelfde afdeling kwamen niet nog een keer tegen elkaar uit; de onderlinge uitslagen uit de competitie werden gewoon overgenomen. Dat was voor Go-Ahead niet gunstig, want de beide duels tegen Tubantia hadden met een nederlaag en een gelijkspel slechts 1 punt opgeleverd, terwijl de Hengeloërs dus al met 3 punten aan de play-offs begonnen. Vanuit de andere afdeling stroomden het Zwolse ZAC en ODO uit Arnhem met respectievelijk 4 en 0 punten in. Een al bij aanvang volledig ongelijke stand dus.
Go-Ahead begon uit bij ODO ook nog eens ronduit slecht (3-0 verlies). Thuis tegen de Zwolsche Athletische Club werd vervolgens een zege behaald (2-0) en de return tegen ODO eindigde in 1-1. Uiteindelijk moest Go-Ahead in Zwolle bij het al gepromoveerde ZAC winnen om als nummer twee mee te promoveren. Bij verlies of een gelijkspel zou het al uitgespeelde ODO samen met ZAC de stap omhoog maken.
De kraker werd gespeeld op zondag 23 april op het veld van PEC, aangezien ZAC niet de beschikking had over zijn gewone speelterrein. De wedstrijd leefde enorm in Deventer, en er gingen zo’n 1000 supporters mee. Velen deden dat per trein of per fiets, maar ongeveer 360 enthousiastelingen maakten de reis per boot: de Burgemeester van Marle van de firma Van Egmond & Co was speciaal voor dit doel gecharterd.
Go-Ahead startte voortvarend en leidde bij rust met 0-2 door doelpunten van Jaap Nijenhuis en Wim Roetert. Een strafschop bracht de Zwollenaren terug in de wedstrijd. Met kunst en vliegwerk hield doelman Karel Hollander zijn doel verder schoon. Een uitbraak van Go-Ahead enkele minuten voor tijd leidde tot de bevrijdende en luid bejubelde 1-3 van Hendrik “Henne” van Putten.
Het Deventer Dagblad kwam de volgende dag met een uitgebreid verslag. Daarin was ook veel aandacht voor de ontvangst van de spelers bij terugkeer in Deventer en de aansluitende feestavond in café Bellevue in de Waterstraat. Daar zetten vele bobo’s de club in het zonnetje en werd gememoreerd dat Go-Ahead het eerste arbeiderselftal was dat het tot de eerste klasse bracht. Ook het bestuur van UD, toen de toonaangevende club in Deventer, kwam Go-Ahead feliciteren. Waarschijnlijk beseften de heren nog niet dat ze er een geduchte rivaal bij hadden gekregen. De promotie van 1911 werd voor Go-Ahead de opmaat naar vele triomfen en de roodgelen zouden UD al zeer spoedig in prestaties overvleugelen.
Verhalen archief