Go-Ahead is van oorsprong een echte familieclub. Generaties lang blijven supporters de club trouw alsof Go-Ahead onderdeel van de familie uitmaakt. Als we de geschiedenis van de club erop naslaan valt het ook op dat gedurende de hele historie van de club opvallend vaak familieleden van elkaar in één team zaten. Vele voetballende broers hebben in de loop der jaren successen behaald bij Go-Ahead.
Dat begon al bij Han en Karel Hollander, medeoprichters van Go-Ahead (toen nog Be Quick). De bekendste voetbalbroers in het rood en geel waren echter de gebroeders Jan en Leo Halle. Jan (de Kromme) was jarenlang aanvoerder van het meest succesvolle Go-Ahead team waarmee hij drie landstitels won en kwam daarnaast enkele keren uit voor het Nederlands Elftal. Zijn jongere broertje Leo (de Leeuw van Milaan) was keeper van datzelfde team en werd in de jaren ’20 en ’30 een landelijke bekendheid door zijn vele heldhaftige optredens in het Nederlands elftal. Ook in de jaren ’20 en ’30 waren er de gebroeders Jan en Roelof (‘Boelie’) Remeijer.
Maar één wedstrijd is er in deze succesvolle periode zelfs met drie broers een wedstrijd gespeeld. We hebben het dan over de gebroeders De Kreek en wij nemen u hiervoor terug naar 12 april 1931.
Go-Ahead speelt thuis tegen Vitesse. Go-Ahead staat als regerend landskampioen bovenaan in de eerste klasse Oost, Vitesse strijdt tegen degradatie. Met nog twee speelrondes te gaan zijn beide teams gebrand op een goed resultaat. Go-Ahead kampt echter met enkele afwezigen, waaronder voorhoede speler Lemmermans die vanwege ziekte verstek liet gaan. In allerijl moest een vervanger worden opgeroepen. De gebroeders Jan en Theo de Kreek (al jarenlang een vaste waarde) kwamen met een oplossing. De jongste telg van de familie De Kreek, Bertus, kon ook een aardig balletje trappen en was ook lid van Go-Ahead, maar miste zijn rechterarm. Een bijzondere verschijning op de velden, maar nood breekt wet en zo maakte de eenarmige De Kreek zijn debuut in de spits voor Go-Ahead 1. Zijn broers bezetten de beide flanken waardoor de voorhoede voornamelijk bestond uit de familie De Kreek.
Het bleek een droomdebuut te zijn, want na luttele minuten spelen had de debuterende Bertus de Kreek er al twee ‘in het mandje liggen’. Zijn twee broers deden hier niet voor onder en scoorden later in de wedstrijd ook elk twee maal. De einduitslag werd uiteindelijk 7-1. Drie broers scoorden dus in één wedstrijd op het hoogste niveau ieder twee keer. Een unicum dat, voor zover mij bekend, daarna niet meer geëvenaard is.
Maar het verhaal kreeg vervelend genoeg nog een staartje. De KNVB maakte enkele dagen na deze wedstrijd bezwaar tegen het meespelen van de jongste De Kreek. Men stelde dat het meespelen van een speler met één arm onrechtmatig was, net zoals het verboden was te spelen met een houten been. In de krant werd hiervan, opvallend genoeg, melding gemaakt.
Het onderzoek had gelukkig geen gevolgen. Go-Ahead werd dat jaar voor de dertiende keer in zijn bestaan kampioen van het oosten en mocht hierdoor uitkomen in de landelijke competitie om de nationale titel te verdedigen. Dit lukte helaas niet. Ajax werd dat jaar Nederlands kampioen.
Waar de twee oudste De Kreeks een langdurige carrière in Go-Ahead 1 er op na hielden en Jan de Kreek zelfs nog voor het Nederlands elftal uitkwam, is het bij de jongste eenarmige broer bij dit eenmalige succesvolle optreden gebleven. Wel werd Bertus de Kreek in 1952, samen met zijn broers Jan en Theo lid van verdienste van Go-Ahead, voornamelijk vanwege zijn diverse bestuurlijke functies na zijn actieve voetbalcarrière.