Het zal u vast niet zijn ontgaan. ‘We’ hebben weer een international binnen de gelederen. Weliswaar uitkomend voor Togo, maar toch. De Togolese keuzecommissie heeft er kijk op en wist onze groeibriljant Mawouna Amevor tijdens zijn spaarzame gespeelde minuten in de eredivisie op waarde in te schatten en hij startte dan ook gelijk de eerste wedstrijd in de basis en de kritieken waren lovend. In Togo hebben ze er een held bij en wij, als stichting Niet te Kraken, hebben er een museumstuk bij aangezien Mawouna zo aardig was zijn debuutshirt aan ons te schenken. Wie ons een beetje volgt begrijpt dat wij hier erg content mee zijn.
Als het aan ons ligt wordt de collectie binnen afzienbare tijd uitgebreid met een Nederlands Elftal shirt van een kersverse Oranje-international, want dat is alweer veel te lang geleden. Cees van Kooten was in 1982 de laatste speler, die een haasje van de KNVB ontving terwijl hij voor Go Ahead Eagles uitkwam. Alle debutanten in Oranje krijgen een haasje. Een traditie dat ver terug gaat in de tijd en waarvan nog maar weinig mensen weten waar deze nou eigenlijk vandaan komt. Ook hier schuilt een mooi verhaal achter die wij graag met u delen.
In 1924 deed het Nederlands Elftal mee aan de Olympische Spelen in Parijs. Voor aanvang van de eerste wedstrijd kregen het elftal een mascotte overhandigd van de Nederlandse consul. Een pluchen speelgoedkonijn. De eerste wedstrijd kreeg dit konijn een ereplekje tegen de paal van het doel en prompt werd met 6-0 gewonnen tegen Roemenië. Dit kon geen toeval zijn. Besloten werd dat het konijn elke wedstrijd zijn vaste plekje tegen de doelpaal moest innemen. De spelers van destijds zaten er alleen niet op te wachten om met een speelgoed konijn het veld op te komen en deze vast te houden tijdens het spelen van het volkslied. Men besloot daarom dat dit de taak moest zijn van een debutant. Bij wijze van ontgroening was het vanaf toen de taak van de debutant om voor het konijn te zorgen. Zowel voor, tijdens als na de wedstrijd. Als we de elftalfoto’s van destijds bekijken zien we dat deze regel strikt werd nageleefd.
Als Go-Ahead fan willen wij natuurlijk gelijk weten of ‘onze’ Leo Halle tijdens zijn debuut in 1928 ook de rol van konijnendrager in zijn schoenen geschoven kreeg. En warempel. Het is bijna ontroerend om te zien hoe ‘de reus van Deventer’, met een pluchen konijn voor zijn voeten (leunend tegen de wedstrijdbal) in de line-up stond voor aanvang van de legendarische wedstrijd in Milaan tegen Italië. Zijn debuut, waar hij trouwens zijn bijnaam de leeuw van Milaan aan overhield. De traditie hield enkele jaren stand, totdat Nederland tegen het destijds nietige Noorwegen gelijk speelde. Het konijn kreeg de schuld en na 37 interlands verdween dit konijn voorgoed in een donkere kast bij de KNVB.
Onlangs dook het originele debutanten-haasje (of eigenlijk konijn) van de KNVB tijdens een veiling weer op. Het werd voor € 250 verkocht aan een anonieme bieder.
Top op de dag van vandaag krijgen alle debuterende internationals nog steeds een metalen speldje waarop een konijntje staat afgebeeld. In de volksmond heet het nu ‘een haasje’.Een mooie traditie, met een even zo mooie geschiedenis.
- Leo Halle, voor de wedstrijd tegen Italië in 1928 met konijn voor zijn voeten.
- Leo Halle in het doel tijdens zijn debuut in 1928, met het konijn tegen de doelpaal.
- Het originele konijn (of Haasje) zoals deze onlangs geveild is.