Jan Stenvert – Gearresteerd tijdens de wedstrijd.
Jan Stenvert maakte onderdeel uit van het meest succesvolle Go-Ahead elftal. Samen met o.a. De gebroeders Halle en de Kreek. Buiten de behaalde kampioenschappen kreeg Stenvert vooral landelijke bekendheid door een uiterst bijzonder voorval dat zich voordeed tijdens een wedstrijd op 2 januari 1927 uit tegen ZAC te Zwolle.
Tijdens deze wedstrijd zou Stenvert (rechtsbuiten) zijn tegenstander in de rug hebben geduwd en volgens sommige getuigen ook in de rug hebben geslagen. De scheidsrechter zag het voorval maar vond het geen reden om in te grijpen. Onder het publiek bevond zich een wachtmeester in dienst (de heer Vos) die daar blijkbaar anders over dacht. Hij riep Stenvert bestraffend toe en toen deze niet reageerde stapte de heer Vos het veld in en hield hem op staande voet aan wegens openbare geweldpleging. Stenvert weigerde zijn naam te geven en werd, tot grote verbazing van de omstanders en medespelers, van het veld gehaald en er werd een proces verbaal opgemaakt. Het aanwezige Go-Ahead bestuur was laaiend en de spelers weigerden de wedstrijd verder uit te spelen.
Het voorval resulteerde in een rechtszaak ‘het opzettelijk toebrengen van lichamelijk letsel in den zin der wet’, waar in de landelijke pers uitgebreid verslag van werd gedaan. Vele getuigen werden gehoord, maar ondanks dat zelfs de tegenstander, die mishandeld zou zijn, aangaf het niet als zodanig ervaren te hebben werd een straf geëist tegen Stenvert van een boete van tien gulden (respectievelijk tien dagen hechtenis). Tijdens de uitspraak werd Stenvert echter vrijgesproken omdat onvoldoende bewezen kon worden dat hij zijn tegenstander bewust en met opzet zou hebben geslagen.
Een landelijke discussie over de vraag of er door politie kon worden ingegrepen tijdens een sportwedstrijd en het gemeende toenemende geweld op de voetbalvelden waren het gevolg.
Later zou een bestuurslid van ZAC hebben verklaard dat wachtmeester Vos voor de wedstrijd zou hebben aangegeven dat hij bij de eerste de beste overtreding van Stenvert zou ingrijpen, omdat zijn harde spel hem niet aanstond.
Op zijn minst gezegd opvallend was het dat wachtmeester Vos een jaar later direct na een wedstrijd ZAC-Feyenoord een supporter arresteerde die een speler zou hebben geslagen. Ook dit voorval werd breed uitgemeten in de pers vanwege de opvallende voorgeschiedenis van wachtmeester Vos. Ook dit resulteerde in een rechtszaak met veel twijfel over de aantijgingen en ook hier werd de supporter uiteindelijk veroordeeld tot 10 gulden boete.
Stenvert werd na zijn carrière een succesvol zakenman in Amsterdam en vlak na het ingaan van het betaalde voetbal volgende Jan Stenvert de heer Wagenvoort op als voorzitter van Go-Ahead. Dit bleef hij tot 1956.
Dat men bijna honderd jaar geleden ook gevoel van humor had in Deventer en toen ook al niet veel sympathie had voor Zwolle blijkt uit het Deventer dagblad van 10 januari 1927, waarin men zich afvraagt hoe de marechaussee gaat optreden bij een dergelijk voorval bij het waterpolo.
Den aanpakkende wachtmeester
‘Wanneer de autoriteiten dezen wachtmeester nog langer dienst laten doen op deze wijze, dan hebben de voetballers ‘t daar, zooals het dan heet „nog niet gehad.” Het zal bepaald vermakelijk worden, hem in zijn dienst aan den gang te zien. De Zwollenaren zijn o.m. zwemlustig. Als hun clubs elkaar in den a.s. zomer gaan bekampen en één der polo-spelers duwt een tegenstander kopje-onder, dan zal, zoo hij zijn dienstijver niet matigt de wachtmeester den dader op gelijke gronden als hij Zondag te Zwolle deed, onmiddellijk uit het natte speelveld moeten halen. Moge de wachtmeester dan een goed zwemmer zijn.