Pietje Remeijer was de jongste telg uit een zeer getalenteerd nest voetballers. Zijn broers Jan en Roelof waren jarenlang vaste kracht bij het eerste elftal van Go-Ahead en werden beiden nationaal kampioen. Roelof (bijnaam Boelie) maakte zelfs een, voor die tijd uitzonderlijke, transfer naar het Rotterdamse Xerxes.
Pietje maakte ondertussen furore bij de junioren van Go-Ahead. Hij werd gezien als de meest getalenteerde voetballer van de drie broers Remeijer. In de jeugdelftallen, waar hij voor uitkwam, was hij uitblinker en elk jaar vaste aanvoerder. Op 16-jarige leeftijd mocht hij zelfs al een keer meedoen met het eerste, dat destijds tot de top van Nederland behoorde. De toekomst lachte Pietje tegemoet. Hij stond op het punt van doorbreken bij de senioren, totdat, één dag na zijn zeventiende verjaardag, op Kerstavond 1927 het noodlot toesloeg.
Pietje werkte als bediende in een drogisterij aan de Grote Overstraat. Deze werd gerund door de destijds zeer bekende voetbalbestuurder Steven Coldeweij die meerdere belangrijke functies had bij o.a. UD, Go-Ahead en de KNVB. Naast de drogisterij bevond zich de sportzaak van Go-Ahead speler en eenmalig international Wim Roetert.
De hele binnenstad was in kerstsfeer en ook Pietje was ongetwijfeld in gedachten al bij Kerstavond die hij later die dag in het bijzijn van zijn familie zou gaan doorbrengen. Eerst nog even een dagje ploeteren in de drogisterij en dan had hij een paar dagen vrij. Het was koud buiten, maar gelukkig brandde de kachel op volle kracht in de winkel. Hij moet even niet hebben opgelet, want met een fles benzine in zijn hand, struikelde Pietje terwijl hij zich vlak bij de brandende kachel bevond. Het gevolg was een enorme explosie van vuur. Binnen enkele tellen stond het hele pand in lichterlaaie. Al brandend is Pietje naar buiten gebracht en later zwaar verbrand afgevoerd naar het ziekenhuis waar hij die zelfde avond nog overleed.
Het tragische nieuws van het overlijden van Pietje Remeijer sloeg in als een bom. De landelijke pers schreef er over en heel Deventer was in diepe rouw gedompeld. Op indrukwekkende wijze werd een laatste eer bewezen aan het jonge voetbaltalent. Er werd een begrafenisstoet vanaf de binnenstad langs de Brinkgreverweg naar de begraafplaats aan de Rielerweg gehouden. Bij het Go-Ahead stadion werd even stil gehouden en werden de vlaggen halfstok gehesen. Duizenden rouwende mensen liepen mee of stonden langs de route. Voetbalverenigingen uit de wijde omgeving hadden rouwkransen gestuurd.
Pietje kreeg een indrukwekkend afscheid, dat helaas het ongelofelijke verlies niet kon wegnemen. De broers Jan en Roelof verloren een broer. Go-Ahead verloor haar grootste talent van destijds. Enkele jaren later werd de generatie van Pietje in 1930 en 1933 landskampioen. Vaak werd vooral toen door de spelers aan de jongste Remeijer terug gedacht. Ze waren er van overtuigd dat ze met Pietje nog meer successen behaald zouden hebben.
Hieronder citeren wij een stuk tekst uit de krant:
Te Deventer is op 25 Dec. des morgens ca. 9 uur een zware brand uitgebroken in de drogisterij van de firma Van Gerrevink aan de groote Overstraat. Ongeveer 9 uur vernamen de buren een zware ontploffing en zagen direct daarop den 17 jarigen winkelbediende P. Remeijer brandend de straat oploopen. Onmiddelijk daarna sloegen de vlammen uit den winkel. Aan Remeijer werd oogenblikkelijk hulp verleend, doch hij moest zeer zwaar gekwetst, per brancard naar het ziekenhuis worden vervoerd. Men vreesde voor het behoud van zijn leven. De brandweer bluste het vuur, dat zich snel verbreidde en een gretig voedsel in de aanwezige chemicaliën vond, met drie stralen op de waterleiding aan. De oorzaak van de brand is vermoedelijk een ontploffing in de kachel. Ook wordt echter gezegd, dat Remeijer een klas benzine in de onmiddellijke nabijheid van de kachel liet vallen en de ontploffing daardoor is veroorzaakt. De jongen moet daarop door het raam naar buiten zijn gesprongen. Zekerheid hieromtrent bestaat echter niet.
Nader werd gemeld, dat de brand inderdaad ontstaan is, doordat de 17-jarige Remeijer met een flesch benzine kwam te vallen naast de kachel, die in de winkel stond. Direct daarop volgde de ontploffing. R. trachtte, toen hij in lichter laaie stond, te ontvluchten naar het aangrenzende kantoor. Men heeft toen een ruit stuk geslagen, waardoor hij op straat kon vluchten. De toestand van het slachtoffer is hopeloos, zijn gelaat is onherkenbaar verminkt. De brand was te ongeveer half elf gebluscht. Het geheele pand is uitgebrand, de bovenste verdieping inbegrepen. Er is voor duizenden guldens schade, welke door de verzekering wordt gedekt.
R. is later overleden.