In de jaren ’50 zakte Go-Ahead sportief ver af, zelfs tot in de Tweede Divisie van het toen net ingevoerde betaalde voetbal. Pas halverwege de jaren ’60 kwam er iets van de oude glorie terug. Dat gebeurde onder leiding van trainer František Fadrhonc. Vorige week, op 18 december, was het 100 jaar geleden dat hij in het Tsjechische Nymburk werd geboren.
In 1961 was oud-militair en oud-scheidsrechter Willem Beltman als manager naar Go-Ahead gekomen, en hij zette een stevige koers in. Het stadion werd uitgebreid (onder meer de IJsseltribune werd overdekt), het jeugdinternaat aan de Brinkgreverweg werd geopend, en de club kreeg voor die tijd ultramoderne medische voorzieningen. En hij stelde dus in de persoon van František Fadrhonc een nieuwe coach aan.
Fadrhonc was, zeker naar hedendaagse maatstaven, bepaald geen alledaagse voetbaltrainer. Hij was academisch geschoold aan de Karelsuniversiteit in Praag en promoveerde daar ook in de sportwetenschappen. Vervolgens werkte hij aan de universiteit als sportinstructeur, terwijl hij daarnaast ook als masseur verbonden was aan het Tsjechoslowaakse nationale voetbalelftal.
Na de communistische machtsovername in 1948 in zijn vaderland vluchtte Fadrhonc met zijn vrouw Vera naar het westen. Via Oostenrijk kwam hij in 1949, door bemiddeling van nota bene KNVB-voorzitter Karel Lotsy, in Nederland terecht. Hij werd trainer van Willem II, en daar kregen de Tilburgers geen spijt van. Fadrhonc voerde de club zowel in 1952 als in 1955 naar het landskampioenschap. Een seizoen later stapte hij over naar Sportclub Enschede. Daar wist hij (met veteraan Abe Lenstra en de Duitse wereldkampioen Helmut Rahn en in de gelederen) die prestatie in 1958 bijna te herhalen. Pas na een beslissingswedstrijd ging de titel naar DOS.
Fadrhonc had oog voor talent en was een echte vaderfiguur voor jonge spelers. Ook bij toenmalig Eerstedivisionist Go-Ahead was hij succesvol. Hij promoveerde door een tweede plaats op de ranglijst meteen al in zijn eerste seizoen naar de Eredivisie. Daarmee bracht hij Go-Ahead na een afwezigheid van acht jaar terug op hoogste niveau. Toonaangevende spelers bij die geleidelijke opmars waren Joop Butter, Henk van Brussel en Gerrit Niehaus, die alle drie al vanaf het eind van de jaren ’50 in het eerste team uitkwamen.
In de Eredivisie klommen de roodgelen verder. In de tweede helft van de jaren ’60 ontwikkelde Go-Ahead zich tot een vaste subtopper: een vijfde plaats in 1966 en 1967, derde in 1968 en vierde in 1969. Ook in het toernooi om de KNVB-beker werden spectaculaire resultaten behaald. In 1965 bereikte Go-Ahead de finale, de drie daaropvolgende seizoenen telkens de halve finale. De finale van 1965 in De Kuip tegen Feijenoord ging in de slotfase met 1-0 verloren. Omdat Feijenoord dat seizoen ook landskampioen werd, plaatste Go-Ahead zich als verliezend bekerfinalist echter wel voor het toenmalige Europacup II-toernooi voor bekerwinnaars. Fadrhonc is daarmee de enige coach die voor Europees voetbal in Deventer zorgde. Het avontuur was wel van korte duur. Het Schotse Celtic was in de eerste ronde in Deventer oppermachtig (0-6), waarna de return in Glasgow (1-0 voor Celtic) een formaliteit was.
Bepalende spelers in de succesjaren in de Eredivisie waren Gerard Somer, Wietse Veenstra, Henk Warnas, Dick Schneider en doelman Nico van Zoghel. Van hen werd Warnas de eerste naoorlogse international namens Go-Ahead (vijf interlands). Ook Wietse Veenstra (drie keer) en Nico Rijnders (twee) haalden als speler van Go-Ahead Oranje.
Trainer Fadrhonc vertrok in 1970 naar Zeist waar hij Georg Kessler opvolgde als bondscoach van het Nederlands elftal. Ook in die hoedanigheid leverde hij een bijzondere prestatie. Hij werd de eerste coach na de Tweede Wereldoorlog die Nederland naar een WK leidde. Op dat WK (van 1974 in West-Duitsland) kreeg hij Barcelona-coach Rinus Michels echter als supervisor boven zich. Die zou vervolgens de credits krijgen voor het spraakmakende totaalvoetbal dat Fadrhonc had geïntroduceerd. Het leverde Nederland achter gastheer West-Duitsland een nooit verwachte en nog altijd legendarische tweede plaats op.
Na het WK ging Fadrhonc, die in 1966 de Nederlandse nationaliteit had verkregen, aan de slag bij AEK Athene in Griekenland en uiteindelijk belandde hij op Cyprus. Hij overleed op 9 oktober 1981 in de Cypriotische hoofdstad Nicosia aan een hartstilstand, maar werd in zijn nieuwe vaderland, in het Brabantse Goirle, begraven.
