Rubriek ‘Niet te Kraken’, gepubliceerd in de Stentor op 2-9-2014.
Een adelaar staand op een bal, vleugels gespreid, de veren wijd uitstaand, een vinnige blik in de ogen. Elke fan van Go Ahead Eagles kan het embleem uittekenen. Achter dit prachtige clubembleem schuilt een bijzonder verhaal, dat maar weinig mensen kennen. Wij kregen dit verhaal onlangs te horen, uit eerst hand, van het creatieve brein achter het embleem, hoogstpersoonlijk.
Ger Tempelman, een man van begin zeventig, geboren en getogen Deventenaar, midden jaren ’60 verhuisd naar Kampen, bezocht de thuiswedstrijden van GA Eagles altijd trouw en kreeg aan het eind van het seizoen 1970-’71 tijdens een wedstrijd tegen FC Twente een enquêteformulier in zijn handen gedrukt. Hierin werd de toeschouwers gevraagd mee te denken over een nieuwe clubnaam en -tenue. Go-Ahead zou namelijk het volgende seizoen als profclub zelfstandig verder gaan en zich afscheiden van de amateurtak. Een nieuwe clubnaam en -tenue waren daarom noodzakelijk. De creatieve Tempelman greep deze mogelijkheid aan om ook een clubembleem te bedenken en stuurde, zonder enige verwachtingen, een schets op. Op dat moment waren de clubnaam en de clubkleuren nog niet bekend. Tempelman hanteerde de naam ‘SV Deventer’ en de clubkleuren rood een geel. Uiteindelijk zal Go Ahead Eagles de nieuwe clubnaam worden en werd gekozen voor een paars (aubergine) tenue.
Tempelman ontwierp een schild met vijf kantelen met daarin een adelaar die een bal vastklemt in zijn klauwen. De Adelaar verwijst naar het stadswapen en heeft zeven veren per vleugel. Dit koos hij bewust, omdat zeven een geluksgetal is.
Leuk om te vermelden is trouwens dat de eerste versie door een fout van de drukker acht veren kreeg, iets wat later hersteld is op uitdrukkelijk verzoek van de heer Tempelman. De vijf kantelen werden er uiteindelijk vier, zodat elk kanteel verwijst naar een behaalde landstitel.
De bal, ten slotte, staat voor de tegenstander die door de adelaar stevig in zijn greep wordt gehouden.

Tot zijn verbazing kreeg de heer Tempelman spoedig een brief terug van de voorzitter, de heer Brand, waarin hem werd verzocht binnenkort langs te komen, omdat ze enthousiast waren over het ontwerp.
Tempelman kreeg destijds als dank twee seizoenkaarten van de club met de mondelinge toezegging dat deze voor het leven geldig zouden blijven. Na een wisseling van het bestuur kreeg hij ze echter niet meer toegestuurd. Deze afwijzing werd, markant genoeg, geschreven op briefpapier met het door hemzelf ontworpen embleem erop.
Tempelman is tot op de dag van vandaag trots op zijn creatie. Elke keer als ‘zijn’ embleem in beeld komt bij Studio Sport maakt zijn hart een sprongetje. Het enige wat hij tot op de dag van vandaag nog steeds mist zijn de toegezegde seizoenkaarten. Misschien dat het huidige bestuur nog ergens een kaart overheeft voor de man aan wie de club zijn prachtige embleem heeft te danken. Hetzelfde embleem dat door het bestuur met trots op het clubkostuum wordt gedragen.
De originele briefwisseling, de eerste ontwerpen en het eerste vaantje (met acht veren) heeft hij aan ons geschonken, “voor het toekomstige museum”. Pas nadat hij elk embleem dat hij tegenkwam gefotografeerd had, vertrok de heer Tempelman weer terug naar Kampen.
In ons boek ‘Niet te Kraken, roodgele voetbalhistorie deel 1’, staat een uitgebreid verhaal over dit onderwerp.
