Nadat de vuurwerkresten zijn opgeruimd en de hoofdpijn, na enkele paracetamolletjes, wat is afgezakt is één januari traditiegetrouw de dag om familie en bekenden een bezoekje te brengen en ze al het goede te wensen. Mijn oma is de eerste waar we plichtsgetrouw langs gaan. Onlangs is ze 97 geworden. Bij binnenkomst zie ik een oud en broos vrouwtje ineengedoken in de stoel zitten.
Mijn Oma is een geboren en getogen Deventerse en waarschijnlijk een van de laatst levenden die alle vier de landstitels van onze plaatselijke trots (1917, 1922, 1930 en 1933) in levende lijve heeft meegemaakt. Terwijl ik haar zo zie zitten besef ik dat de generatie die hierover uit eerste hand kan vertellen er bijna niet meer is.
Zodra we zitten en de klaargezette oliebollen naar binnen zijn gewerkt breng ik Go-Ahead ter sprake. “Die doen het niet zo goed hè?” zegt ze met een droevig gezicht en krakende stem. De promotie is haar ontgaan. In haar beleving is Go-Ahead afgezakt en is er niet veel meer over van de club zoals zij die als jonge vrouw bewust heeft meegemaakt in de jaren ’20 en ’30. Zo ver zit ze er eigenlijk niet naast. Go-Ahead krabbelt aardig omhoog, maar is nog ver verwijderd van de grote successen van de tijd dat mijn Oma trouw de wedstrijden bezocht. De spelers waren halfgoden en Go-Ahead stond in het Oosten op eenzame hoogte en landelijk behoorden ze, samen met Ajax en Feyenoord tot de succesvolste voetbalclubs.
Als ik de naam Leo Halle laat vallen veert ze op. “Handen als kolenschoppen!’ Haar ogen glinsteren. In gedachten zit ze weer achterop bij haar ‘vrijer’ om naar een wedstrijd van Go-Ahead gebracht te worden. Het zijn de gloriejaren uit haar leven. Overdag hard werken voor een kwartje en in het weekend naar de voetbal. Ze vertelt er prachtig over. De namen van de spelers van destijds weet ze niet goed meer, maar ik zie aan haar blik dat ze de beelden van toen als een film voor zich geprojecteerd ziet. Wat zou ik graag even mee willen kijken en de sfeer van toen even willen proeven. De geur van het grote succes willen ruiken. Even later begint ze spontaan ‘we gaan naar Rome’ te zingen. Ze geniet zichtbaar.
Mijn Oma. Een van de laatste der Mohikanen. Een generatie die langzaam ophoudt te bestaan. Een generatie die heeft gezorgd voor een prachtige historie en geschiedenis. Laten we er trots op zijn en ervoor zorgen dat deze nooit verloren gaat.