Woensdagavond, 24 september 22:30 uur.
Het laatste fluitsignaal heeft zojuist geklonken. Als een aangeslagen bokser hangt de tegenstander in de touwen. Met gebogen rug, het hoofd diep verborgen achter de grote bokshandschoenen, om de klappen op te vangen. Angst en vertwijfeling hebben de overhand.
Het laatste fluitsignaal klonk als een alles verlossende bel. Strompelend werd de weg naar de hoek ingezet, onderweg nog schuchter zwaaiend naar het meegereisde publiek. Einde van de eerste ronde.
Het contrast was groot met de ander partij. Al dansend en nog vol energie stond deze verwachtingsvol in zijn hoek te wachten op de gong voor de volgende ronde. Voorsprong op punten.
Vanavond om 20:45 uur is deze tweede ronde.
Zal de tegenstander voldoende opgelapt zijn, of zijn de eerder aangebrachte verwondingen nog niet geheeld en zal er snel tegen een definitieve knock-out opgelopen worden? Er moet gewaakt worden voor te veel overmoed. De tegenstander is een te grote legende om te denken dat hij zich zo maar knock-out laten slaan. Denk aan Muhammed Ali. Die had de gave om, in zijn goede jaren, na een slechte ronde de rollen plotsklaps te laten omdraaien door gelijk een paar rake klappen uit te delen. Of hebben we nu te maken met de Muhammed Ali in zijn nadagen. Een levende legende waar je medelijden mee gaat krijgen?
We gaan het vanavond beleven, maar laten wij onderstaande zegswijze van Muhammad Ali in ons achterhoofd houden. Alleen dan maken wij vanavond kans om een grootheid de knock-out toe te brengen:
Muhammad Ali: “Champions aren’t made in gyms. Champions are made from something they have deep inside them. The will must be stronger than the skill.”