De afgelopen week stond voor Go Ahead Eagles volledig in het teken van Feyenoord. Lang vervlogen tijden leken te herleven, tijden waarin beide clubs bijna onafgebroken vochten om de landstitel en het stadion aan de Vetkampstraat een onoverwinnelijke vesting was.
De club uit Rotterdam‐Zuid toont veel overeenkomsten met Go‐Ahead. Beide clubs zijn opgericht in dezelfde periode en ontstaan vanuit een arbeidersachtergrond, opboksend tegen de dan nog toonaangevende eliteverenigingen. In hun regio waren beiden de eerste arbeidersclubs die de elite in prestaties voorbij streefden.
Rasechte Go‐Ahead-mannen als Schneider en Bosvelt behaalden met Feyenoord grote successen en kwamen als Feyenoorder menig maal uit voor het Nederlands elftal. Maar ver hiervoor voor was er al een Deventenaar die geschiedenis schreef in Rotterdam. Als je het Feyenoord museum binnenstapt kun je er niet omheen. Gelijk de eerste vitrine heeft een opmerkelijk roodgeel tintje. Je kunt daar zien dat de allereerste international namens Feyenoord de Deventenaar Gerrit Hulsman was, en het wordt nog bijzonderder als je weet dat de eerste international voor Go‐Ahead ook deze zelfde Gerrit Hulsman was.
Gerrit Hulsman debuteerde op achttienjarige leeftijd, in 1918, in het eerste van Go‐Ahead. Het bleek het begin te zijn van een glansrijke carrière. Go‐Ahead was in deze periode oppermachtig in het oosten en won de oostelijke titel onafgebroken tussen 1916 en 1923. De winnaar van deze competitie deed daarna mee om het kampioenschap van Nederland. Vanaf 1918 had Hulsman hierin een belangrijk aandeel als “spil” van het team. Hulsman stond bekend om zijn fraaie techniek en spelinzicht maar kreeg ook wel eens kritiek vanwege zijn soms wat traag ogende spel.
Begin jaren ’20 waren er nog geen televisie‐ en radioverslagen van voetbalwedstrijden. Desondanks, doordat Go‐Ahead in deze jaren meedeed in de strijd om de nationale titel en Hulsman ook met grote regelmaat werd geselecteerd voor het oostelijk elftal, bleven zijn kwaliteiten niet onopgemerkt. Zo werd Hulsman in 1921 als eerste Go‐Ahead-speler geselecteerd voor het Nederlands elftal voor de uitwedstrijd tegen Denemarken. Hulsman speelde deze wedstrijd in de basis en na de wedstrijd was er volop lof over zijn spel.
Vanaf toen ging het hard met zijn carrière. Er was destijds sprake van een amateurcompetitie. Spelers mochten hierdoor absoluut niets verdienen met het voetbal, anders volgde direct uitsluiting. Een regel die destijds werd toegepast ondanks dat deze moeilijk te handhaven viel. Nu Hulsman naam had gemaakt in het voetbalwereldje viel direct op dat hij op uitnodiging van andere teams regelmatig als gastspeler actief was bij buitenlandse trips of oefenwedstrijden. Zo ging hij bijvoorbeeld samen met teamgenoot Wim Roetert mee met NAC naar Oostenrijk om deel te nemen aan een internationaal toernooi. Voor aanvang van de competitie in 1921 en vlak na zijn debuut in
Oranje gonsden er geruchten over een mogelijk vertrek naar een andere club. NAC, Sparta en Feijenoord zouden Hulsman graag willen inlijven. Hulsman speelde het spelletje slim. Hij meldde dat hij in Rotterdam nieuw werk had gevonden en om te kunnen blijven voetballen lid zou worden van Feijenoord. De officials van de bond vertrouwden het zaakje niet en startten een onderzoek, echter zonder resultaat. Zo debuteerde Hulsman in oktober 1921 voor Feijenoord tegen Ajax. Het jaar erop werd hij wederom (maar ditmaal dus als speler van Feijenoord) geselecteerd voor Oranje. Hierdoor werd Deventenaar Hulsman dus óók de eerste international van Feyenoord.
Ondertussen kon Hulsman niet aarden in het westen. Het verschil in levensstijl en omgeving viel hem zwaar. Het avontuur werd niet wat hij ervan gehoopt had. Met heimwee klopte hij weer aan bij zijn oude club, die hem met open armen ontving. Bij Go-Ahead speelde hij nog zo’n zeven seizoenen in het eerste elftal en kwam hij tot twee nieuwe interlands. Gerrit Hulsman overleed op 23 november 1964.