Sjaak Swart was gisteren in de Adelaarshorst en hij besloot om precies voor mij te gaan zitten. Ik ben hem daarvoor dankbaar want hij heeft mij, ondanks het verlies, een onvergetelijke middag bezorgd.
Als ik Mister Ajax moest geloven bakte Ajax er helemaal niets van. De Sa was een circusartiest, Sigthórsson een prutser en Serero een amateur. En dan geef ik u nog de gecensureerde versie van zijn commentaar.
Hoogtepunt was het moment dat Ajax een vrije trap kreeg aan de rand van de 16. Sjaak veerde op, wreef in zijn handen sloeg een kreet. ‘Oeh, wat een heerlijke plek. Laat mij hem maar nemen.’ Hij stootte zijn buurman aan. ‘Ik draai ‘m er zo in’, zei hij vol overtuiging. Zijn buurman lachte, maar trok snel zijn lach in toen hij zag dat hij het serieus meende.
Uit dezelfde vrije trap scoorde uiteindelijk Schöne. Direct hierna veranderde de negatieve toon van Sjaak in pure Amsterdamse branie en bluf. Pontificaal draaide hij zich een halve slag om, met het gezicht naar het doel van Room. ‘Zo’, zei hij op een net iets te luide toon zodat het goed hoorbaar was, ‘die andere kant hoef ik niet meer op te kijken, daar komen ze toch niet meer.’
Sjaak Swart is de belichaming van alles waar Ajax voor staat. Mister Ajax in eer en glorie, bedankt voor je (h)eerlijke commentaar.
Sjaak Swart won 3x de Europacup 1, 1x de Wereldbeker, werd 8x landskampioen en speelde bijna 600 officiële wedstrijden voor Ajax 1.