Deventer, Vetkampstraat,. Een interview met Ben Halle, zoon van Leo Halle
Lichtelijk gespannen word ik wakker na een onrustige nacht. Toen ik gisteren de slaap niet kon vatten heb ik de zorgvuldig voorbereide vragen nog één keer de revue laten passeren, totdat mijn gedachten geleidelijk overvloeiden in dromen. Ik bevind mij op een scheidslijn tussen dromen en bewustzijn. Een dunne lijn waar ik ook de komende uren op zal gaan balanceren, alleen zullen de dromen het verleden worden en het bewustzijn het heden.
Vandaag ga ik dichter bij mijn idool komen dan ik ooit voor mogelijk had gehouden. Vandaag ga ik de zoon van Leo Halle ontmoeten.
Gewone man
Sinds ik mij ben gaan verdiepen in de historie van Go-Ahead, kwam ik steeds weer op één persoon uit. De legendarische keeper uit de jaren ’20 en ’30. Zijn eenvoud gecombineerd met zijn ongekende populariteit intrigeerde mij enorm en hoe meer ik mij in zijn levensverhaal ging verdiepen, des te meer ik bevestigd kreeg wat voor een unieke man dit moet zijn geweest en hoeveel hij betekend heeft voor de opkomst van ‘de gewone man’ in het toen nog veelal elitaire voetbalwereldje. Van doorsnee arbeiderszoon in een klein stadje in het oosten van het land, uitgroeiend tot een landelijke bekendheid. Zijn groeiende populariteit ging gepaard met de opbloeiende landelijke populariteit van het voetbal. Go-Ahead bereikte tijdens zijn carrière de absolute landelijk top. Het Nederland Elftal, waarin hij het doel verdedigde, werd volksvermaak nummer één vanwege de opkomende media (radio, kranten en het Polygoon-journaal in de bioscopen) en het feit dat men zich kon verplaatsen in de helden op het voetbalveld, met Leo Halle voorop als boegbeeld. Als strijders uit de middeleeuwen vertrokken ze naar buitenlandse oorden over onbewandelde paden om de strijd aan te gaan met ‘uitheemse volkeren’ en andere culturen om daarna bij terugkomst als helden te worden binnengehaald, ongeacht de uitslag. Reizen met de trein naar Zwitserland of Italië, of met de boot naar Engeland, werden beleefd alsof men naar een andere planeet reisde. Berglandschappen waren niet eerder op de maagdelijke netvliezen verschenen van de spelers en van macaroni hadden ze nog nooit gehoord, laat staan dat ze het geproefd hadden. Het moet een bijzondere tijd zijn geweest en het volk hing aan de spelers’ lippen en keken huizenhoog op tegen deze heldhaftige pioniers.
De welgestelde burger beleefde de interlandavonturen van zijn grote idolen luisterend voor de radio vanuit zijn fauteuil met een dichte rookwolk om zich heen en een jonge jenever in de hand, terwijl moeder de vrouw zich bekommerde om de kinderen. De hard werkende en minder bedeelde arbeiders luisterden tijdens hun spaarzame vrije zondag massaal naar de radio op marktpleinen, waar door luidsprekers het verslag van de wedstrijd door (Deventenaar) Han Hollander te horen was. In Deventer drongen op wedstrijddagen duizenden mensen bijeen op de Brink en de Beestenmarkt om de avonturen van Leo Halle en zijn teamgenoten te kunnen volgen. Het kleine wereldje van de gewone man werd hierdoor opslag verruimd.
Ik realiseer mij dat nu, ruim 80 jaar na de actieve carrière van Leo Halle, de kans bestaat dat ik het mij misschien allemaal mooier verbeeld dan het in werkelijkheid is gegaan. Naast de prachtige heldhaftige en geromantiseerde verhalen waren de jaren ’30 ook de jaren van crisis, armoede en opkomend fascisme en oorlogsdreigingen.
Waarschijnlijk versterkte het één het andere en was er destijds veel behoefte aan helden waar men tegenop kon kijken, maar zich gelijktijdig ook mee kon identificeren.
Leo Halle dus, geboren in 1906 in Deventer als jongste zoon in een arbeidersgezin. Vanaf zijn 18e tot zijn 33e, 15 seizoenen, onafgebroken keeper van Go-Ahead. Zeven keer oostelijk en twee keer landskampioen. Ontelbare keren uitgekomen voor diverse representatieve elftallen, waaronder 15 keer voor het Nederlands Elftal.
Zijn bijnamen waren: De Leeuw van Milaan en de Reus van Deventer.
‘Zenuwachtig ben je als je bang bent, gespannen ben je als je er naar uitziet.’
Lichtelijk gespannen rijd ik naar de Adelaarshorst, waar ik met Ben Halle, de zoon van Leo, heb afgesproken in ons kantoor van de stichting. Stipt op tijd zie ik een kwieke en nog fitte man van mijn vaders leeftijd aankomen lopen. Lang en met een vriendelijke uitstraling. Hij schudt mij stevig de hand. Ik had niet anders verwacht. “Halle, Ben Halle” zegt hij op vriendelijke doch krachtige wijze. We nemen plaats en beginnen te praten. Honderduit en onafgebroken. Halle jr. over zijn vader en ik over mijn idool. Hij vanuit zijn herinnering, gevormd door zijn vader zelf. Ik vanuit archieven en oude kranten, gevormd door mijn eigen inlevingsvermogen. De verhalen beginnen zich te mengen en vormen samen nieuwe verhalen. Waargebeurde verhalen, gebaseerd op feiten en aangevuld met veel gevoel en emotie. Het werd een bijzondere middag.
Een reis door de tijd
We vliegen door de tijd, herbeleven zijn mooiste momenten en wanen ons in de jaren ’20 en ’30. De hoogtijdagen van Leo Halle. En dit allemaal op de plek waar het destijds allemaal heeft plaatsgevonden. Een stukje grasveld tussen de Veenweg en de Vetkampstraat.
Studie en werk hebben Ben Halle vele jaren geleden in Arnhem doen belanden, waar hij nog werkt aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) als opleider/trainer bij het Instituut Sport en Bewegingsstudies. Hij is begonnen als gymleraar aan het Revius in Deventer, daarna heeft hij meer dan 20 jaar als opleider gewerkt bij het CIOS Arnhem en sinds 2006 is hij actief op de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Net als zijn vader is hij zijn liefde voor de sport altijd trouw gebleven. Hoewel Ben zelf aangeeft meer karaktereigenschappen te hebben van zijn moeder, vallen mij gedurende het gesprek toch meer opvallende overeenkomsten op tussen vader en zoon. Beide generaties waren erg sportief en gek op voetbal. Het lag daarom erg voor de hand om te gaan voetballen, maar zowel Ben als Leo stonden al van jongs af aan tussen de palen. Een genetisch bepaalde drang om als doelman onderdeel uit te maken van een voetbalteam. Waar elk jongetje droomt van doelpunten maken hadden Halle jr. en sr. maar één wens. Doelpunten tegenhouden.
Waar Leo Halle de absolute top behaalde, reikte de carrière van Ben tot jeugdelftallen van Go-Ahead en AGOVV. Het moment dat gekozen moest worden tussen een voetbalcarrière en een maatschappelijke carrière was het, opvallend genoeg, zijn vader die hem wijselijk adviseerde toch vooral zijn maatschappelijke carrière voorrang te geven, omdat in het voetbal geen droog brood te verdienen viel. Dit, toch wel opvallende, advies heeft Ben tot zich genomen. Iets waar hij hem tot op de dag van vandaag dankbaar voor is.
Thuiskomen
‘Over twee jaar overwegen mijn vrouw en ik weer voorgoed terug te keren naar Deventer’, zegt Ben bijna uit het niets. Het bevalt ons prima in Arnhem, maar zowel mijn vrouw als ik zijn geboren en getogen Deventenaren en naar Deventer komen voelt nog steeds als thuiskomen. Het belangrijkste wat mij bindt aan Arnhem is mijn werk en op het moment dat dat wegvalt en ik gepensioneerd ben, is dat voor ons een reden om weer terug naar huis te gaan. “Zo voelt dat echt”, verzekert Ben mij.
Hier, Halle jr. wijst door het raam naar de stadionmuur aan de Vetkampstraat, achter die muur ben ik geboren. Op een steenworp afstand van het veld, Hof van Colmschate 25. Mijn ouders kwamen hier wonen toen de huizen nieuw werden gebouw in de beginjaren ‘30. Het huis staat er nog steeds in exact dezelfde staat. Het is herkenbaar aan het enige huis in het hele blok dat een opvallend puntdak heeft. Ik vraag mij hardop af of de huidige bewoners weten wie de eerste bewoner was van hun huis. Vermoedelijk niet.
Mijn vader heeft zijn mooiste jaren gewoond in dit huis, ikzelf heb er maar tot mijn vierde jaar gewoond, maar ik heb er wel een aandenken aan overgehouden. Ben wijst naar zijn voorhoofd en toont een klein litteken. “Gevallen” zegt hij met een pijnlijk gezicht. In gedachten zie ik Leo Halle, met zijn reusachtige handen, een huilende peuter troosten.
In chronologische volgorde gooi ik wat steekwoorden op over de sportieve carrière van Leo Halle. Hoewel Ben deze van zijn vader niet bewust meemaakte (Leo stopte in 1939 en Ben werd geboren in 1945) weet hij veel te vertellen over verschillende gebeurtenissen en weet hij vooral een duidelijk beeld te schetsen van zijn vader. Een grote, altijd vriendelijke en respectvolle man. Iemand die ondanks zijn populariteit niet naast zijn schoenen ging lopen, hoewel hij wel kon genieten van zijn bekendheid. Geen poespas, altijd in voor een geintje en hard werkend om zijn doelen te bereiken. Ikzelf zou hem typeren als een echte Deventenaar.
Een tweede familie
Go-Ahead voelde voor Leo als zijn tweede familie. En in zekere zin was dat ook zo. Zijn oudere broer Jan was een zeer getalenteerd en technisch begaafde voetballer bij Go-Ahead. Hij gold jarenlang als een van de beste spelbepalers van Nederland en haalde ook het Nederland Elftal. Zijn zwager, Co de Roo, was een begenadigd keeper, maar had de pech een onomstreden keeper voor zich te moeten dulden.
Met alle teamgenoten ontstond logischer wijs een hechte band. Ze hadden dezelfde achtergrond, groeiden met elkaar op, beleefden samen bijzondere avonturen en deelden grote successen. Go-Ahead 1 was ongekend populair in Deventer en de spelers groeiden uit tot ware iconen. Waar de overige spelers regionaal grote bekendheid hadden werd Leo een landelijke bekendheid door zijn uitverkiezingen voor het Nederlands Elftal.
Toen Leo geselecteerd werd voor Oranje werd hij in het begin gezien als een buitenstaander, een boerenjongen uit het oosten. Het was zeker in zijn beginjaren niet gebruikelijk dat iemand uit het oosten geselecteerd werd en het Nederlands Elftal werd nog steeds gezien als een elitair groepje. Leo, met zijn arbeidersafkomst en zijn Deventer tongval, viel dus nogal uit de toon. Maar, zo verzekerde Ben mij, “Leo had de gave om zich moeiteloos aan te passen aan zijn omgeving. Op advies van mijn moeder, stak hij zichzelf altijd in zijn beste pak en praatte hij vloeiend hoog Nederlands als dit gewenst was. Verder bleef hij zoals hij was. Beleefd, respectvol en een gezelligheidsmens. Hij werd hierdoor binnen een mum van tijd geaccepteerd en een populair en waardig Oranje speler.”
Ik ‘betrap’ Ben erop dat hij gedurende ons gesprek accentloos Nederlands praat, maar dat hij, zodra hij zijn vader of moeder citeert, direct overschakelt op onvervalst plat Deventers. Waarschijnlijk een gave die door de genen zijn doorgegeven.
Op vakantie met Kick Smit
Tekenend hiervoor was dat Leo nog tot na zijn 50e keepte voor het team van de oud-internationals dat een paar keer per jaar (onder andere de traditionele Nieuwjaarswedstrijd bij HFC) wedstrijdjes speelde. Deze periode heeft Ben bewust meegemaakt en hij herinnert zich deze wedstrijden nog goed.
Het was één groot feest. De oud internationals logeerden met gezinnen in luxueuze hotels en voor en na elke wedstrijd trokken ze met elkaar op en was er tijd voor ‘vertier en plezier’. Hieruit groeiden hechte vriendschappen. “Tijdens onze vakanties aan de kust bezochten wij steevast de familie van de legendarische Kick Smit, die destijds in Haarlem woonde. Omgekeerd kwamen zij ook regelmatig bij ons op bezoek in Deventer. Een onvergetelijke mooie tijd”, aldus Ben.
Aanbod vanuit Milaan
Leo Halle was 22 jaar jong toen hij voor het eerst geselecteerd werd voor het Nederlands Elftal. Een, op zijn zachts gezegd, opvallende keuze. De grote successen van Go-Ahead moesten nog behaald worden. Hij werd geselecteerd voor een uitwedstrijd tegen Italië in Milaan. Je kunt begrijpen wat voor een impact het moet hebben gehad op een 22-jarige arbeidersjongen. Iemand die nog nooit de landsgrenzen had gepasseerd en in een totaal vreemde omgeving moest afreizen naar een andere cultuur. Leo bleef echter rustig en ging, zoals altijd, uit van zijn eigen krachten. “Ik hoef mijzelf niet te bewijzen, ik weet zelf wel hoe goed ik ben”, citeert Ben zijn vader. In een volgepakt San Siro met veertigduizend hysterische Italianen op de tribune was het vooral Leo die de harten stal van het thuispubliek. Hoewel hij wat nerveus begon groeide hij uit tot de absolute man van de wedstrijd. Zijn imposante verschijning en zijn prachtige reddingen (“Ik pak de ballen liever mooi dan simpel”), brachten het publiek op de banken. Nederland verloor nipt van de vooraf onaantastbaar geachte Italianen en de volgende dag stond Leo Halle op alle voorpagina’s van de Italiaanse kranten. Alle superlatieven werden aangeboord, zoals alleen Italianen dat kunnen. Het was die dag dat Leo Halle zijn bijnaam ‘de Leeuw van Milaan’ kreeg. Leo di Milano, in het Italiaans.
Het nieuws bereikte de Nederlands pers al snel en bij aankomst terug in Deventer werd Leo als een ware volksheld gehuldigd.
Terwijl Ben en ik over deze legendarische wedstrijd vertellen en ik hem enkele afdrukken van Italiaanse kranten laat zien om aan te tonen hoe uitzonderlijk zijn prestaties daadwerkelijk waren, zegt hij min of meer tussen neus en lippen door: “Hij had zomaar in Milaan kunnen blijven”. “Hoezo?”, vraag ik, terwijl ik naar het puntje van mijn stoel schuif. Nou, vertelt Ben, hij heeft direct na de wedstrijd een aanbieding gekregen om te blijven. Hij kon keeper worden in Milaan. Ongetwijfeld een zeer aantrekkelijke aanbieding, maar hij heeft er geen moment over nagedacht. Het kwam later in de familie nog wel eens ter sprake, maar hij heeft er nooit spijt van gehad.
‘Mijn vader zou zich nooit prettig hebben gevoeld buiten Deventer’.
Amateur in hart en nieren
De verhalen volgen elkaar in rap tempo op. Te veel om allemaal te benoemen. De behaalde successen met Go-Ahead, de interlands die nog volgden, het mislukte WK in 1934, het einde van zijn carrière, de oorlogsjaren, zijn succesvolle trainerscarrière en de invoering van het betaalde voetbal.
Leo Halle heeft aan zijn carrière veel overgehouden, maar financieel heeft het hem niets opgeleverd. Als hij misschien had gewild had hij genoeg kunnen bij schnabbelen of in kunnen gaan op de vele aanbiedingen die hij ongetwijfeld kreeg, maar hij is het amateurvoetbal altijd trouw gebleven. Wat hij deed, deed hij uit liefdadigheid of omdat hij het gewoon met plezier deed. Ben verzekert mij dat hij niet alleen nooit ingegaan is op aanbiedingen maar er ook nooit één gekregen heeft. “Anders had ik het ongetwijfeld geweten, hij was een pure liefhebber en overtuigd amateur”.
Toen hij aan het eind van zijn carrière een aanbieding kreeg om trainer te worden, van Zwolsche Boys, ging hij hier pas op in nadat hij zijn actieve carrière officieel beëindigd had. Hij behaalde enkele aansprekende successen in het amateurvoetbal met als hoogtepunten de Nederlandse kampioenschappen van DES Nijverdal en Excelsior Rijssen. Het leverde hem destijds de bijnaam ‘kampioenenmaker’ op. Later is hij weer teruggekeerd bij Go-Ahead, als trainer. In 1970 werd hij trainer van het derde elftal, wat destijds het hoogste amateurelftal was. Het eerste en het tweede team bestond uit (semi-)profs) van Go-Ahead.
En bij de afsplitsing tussen Go Ahead Eagles en Go-Ahead in 1971 bleef hij trainer van de amateurs en werd zo de eerste trainer van het nieuwe Go-Ahead 1.
GA Eagles bleef hij, als voetballiefhebber, volgen en met grote regelmaat bezocht hij de wedstrijden aan de Vetkampstraat. In 1986 kreeg hij nog een mooi eerbetoon namens GA Eagles. De pas overdekte staantribune kreeg zijn naam en Leo werd hoogstpersoonlijk gevraagd deze in te komen wijden. “Mijn vader vond het een eer. Het werd een memorabele dag, waar ik nog vaak aan terugdenk”, aldus Ben.
Tot 1992 bleef Leo Halle GA Eagles volgen totdat, precies een week nadat Go Ahead Eagles sinds lange tijd weer promoveerde naar de eredivisie en op de dag dat het Nederlands Elftal gelijk speelde tegen Rusland op het Europese Kampioenschap van 1992, de Leeuw van Milaan en de Reus van Deventer op 86 jarige leeftijd overleed.
Waar ik vooraf nog openlijk twijfelde of mijn verbeeldingen niet met mij aan de haal waren gegaan en of ik het mij allemaal niet te rooskleurig voorstelde, kan ik in ieder geval na het gesprek met Ben Halle alleen maar tot de conclusie komen dat het in werkelijkheid misschien nog wel mooier was dan ik mij vooraf kon voorstellen. De succesjaren ’20 en ’30 van Go-Ahead waren sportief en historisch gezien ongekend boeiende jaren. Het waren de jaren dat Go-Ahead en Deventer in meerdere opzichten geschiedenis hebben geschreven, met Leo Halle als absolute boegbeeld. Het zijn juist dit soort verhalen die niet verloren mogen gaan. Verhalen die de club Go Ahead Eagles onderscheiden van alle andere eredivisieclubs. De historie van de club is uniek. Dat pakken ze ons nooit meer af en het zal Go-Ahead, wat er ook in de toekomst gebeurt, voor altijd een bijzondere status geven in het voetbalwereldje. Laten wij hier trots op zijn en dit koesteren.
Stichting Niet te Kraken zet zich in om deze historie te delen en gelukkig steunt Ben Halle ons hierin. Ben Halle is namelijk toegetreden tot de Commissie van Aanbeveling van de stichting Niet te Kraken en daar zijn wij bijzonder trots op en blij mee. Het is ons doel om de roodgele geschiedenis te vertellen en ervoor te zorgen dat deze niet in de vergetelheid raakt. Generatie op generatie dient deze doorgegeven te worden. Historie kun je niet kopen, of opdringen. Historie hebben wij met zijn allen gemaakt en raak je nooit meer kwijt.