Go-Ahead is jarenlang achterelkaar kampioen van het Oosten geworden en is hard op weg om in het jaar 1930 ook Nederlands kampioen te worden. Hieronder een letterlijke weergave van een artikel uit de Telegraaf waarin het geheim van Go-Ahead wordt ontrafeld. Kameraadschap, na vrijdag niet meer roken en drinken en veel hard werken waren de belangrijkste steekwoorden. Wellicht dat de huidige selectie er nog wat van kan opsteken. Er zijn in ieder geval opvallend veel overeenkomsten met tegenwoordig.
HET GEHEIM VAN GO-AHEAD’S SUCCES
Een onderhoud met Jan Halle, aanvoerder van het eerste kampioenvoetbalelftal van de K.N.V.B.
GOEDE KAMERAADSCHAP IS HOOFDZAAK
DEVENTER, 29 Jan 1930 – In verband met het behaalde kampioenschap van Go-Ahead hadden wij een onderhoud met J. Halle, spil en aanvoerder van de Deventer ploeg. Het spreekt vanzelf, dat Halle zeer verheugd was over het succes van zijn ploeg, al had hij verwacht, dat het hijsen van de kampioensvlag nog een week langer op zich zou hebben laten wachten.
Waaraan, zo begonnen wij ons gesprek, is volgens uw oordeel het buitengewone succes van de ploeg te danken?
En prompt kwam het antwoord, dat wij hadden verwacht: “In de eerste plaats”, aldus de Go-Ahead-captain, ” dankt het elftal zijn succes aan de goede geest onder de spelers. De jongens gaan met elkaar om als trouwe kameraden: de saamhorigheid is uitmuntend, terwijl zij in het veld mijn raadgevingen en aansporingen perfect opvolgen.
De spelers kennen elkaars spel nauwkeurig dus ook elkaars tekortkomingen en vullen deze leemten zo mogelijk gezamenlijk aan. Kortom, de spelers voelen zich één en werken onvermoeid door tot het einde. Een voorname factor is ook, zo vervolgde Halle, dat Go-Ahead de laatste twee seizoenen het geluk heeft gehad, met een vrijwel ongewijzigde ploeg te kunnen uitkomen, waardoor de spelers prachtig aan elkaar gewend raakten. Reeds twee jaren geleden zouden wij weer een goede kans gemaakt hebben op de titel, doch het feit, dat wij door ziekte en verwonding ongeveer dertig verschillende spelers gedurende dat seizoen voor het eerste elftal moesten requireren, deed deze hoop verijdelen. Als voorbeeld noemde Halle het vijfde elftal van zijn club, dat dit seizoen geregeld met een constante ploeg speelt en eveneens een goede gooi doet naar het kampioenschap van zijn afdeling. Ik mag ook niet verhelen, aldus onze zegsman, dat mijn broer Leo, onze doelverdediger, voor een niet gering deel heeft bijgedragen tot het behaalde succes. Alleen reeds de wetenschap dat hij tussen de palen staat is voor de overige verdedigers een zodanige geruststelling dat dit hun spel ten goede komt.”
Hoe staat ‘t, zo vroegen wij verder, met de leefwijzer van de spelers.
“Persoonlijk,” zo was het antwoord, “onthoud ik me gedurende het seizoen zoveel mogelijk van alles, wat nadelig op het uithoudingsvermogen kan werken. Na vrijdag dus niet meer roken en geen alcohol gebruiken. Voor zover mij bekend, nemen alle Go-Aheadspelers deze regels in acht. Het bestuur, waarover de aanvoerder vol lof sprak, houdt de spelers ook steeds voor, te zorgen, dat zij fit blijven, maar dat geschiedt op prettige joviale wijze. zonder merkbare dwang, maar met veel tact. En vergeet vooral niet het grootste nut van onze junioren-afdeling. Denk eens aan, welke vruchten hiervan nu reeds geplukt zijn. Eerste elftal spelers, als Udink, Remeyer, Brookman e.a. zijn direct uit deze school voortgekomen terwijl deze afdeling, eveneens zorgt voor het kweken van goede onvervalste clubleden.
Komende op het onderwerp van training merkten wij op, dat destijds de aanstelling van de Duitse trainer Hans Ruff op een mislukking was uitgelopen. “Dat is zo,” beaamde Halle. “En ik heb dat persoonlijk altijd jammer gevonden, hoewel ik zelf steeds trouw zijn goede aanwijzingen heb gevolgd. Het schijnt echter, dat onze jongens zich niet gemakkelijk zo’n min of meer gedwongen training laten opleggen. Sedert het vorige seizoen heeft het bestuur een eigen trainningssysteem uitgedacht, wat blijkbaar uitstekend heeft gewerkt en tevens goedkoop is. In de winter wordt gymnastiek beoefend in een zaal, onder leiding van een bevoegd leraar. In de zomer wordt met praktische oefeningen getraind op het speelveld. Ik zelf heb hiervan voor een deel de leiding en voor een ander deel volgen de spelers de wenken van onze middenvoor, J. de Kreek. De doelverdedigers worden getraind door mijn broer Leo en ik mag gerust zeggen, dat hem dat werk wel is toevertrouwd.”
Maar, zo vroegen wij verder, volgen de spelers daarbij een bepaald systeem?
“Ja, zeker,” was het antwoord. “Ik heb me de lessen van Ruff en Glendenning ten nutte gemaakt en volg hun systeem zoveel mogelijk. Voornamelijk worden beoefend, balbehandling, het stoppen van de bal en het snelle starten. En ik moet eerlijk verklaren, dat ik dankbare leerlingen heb. Het is alleen jammer, dat op het ogenblik de winteroefeningen een beetje dreigen te verlopen.”
Is u van oordeel, zo vroegen wij ten slotte, dat het spelpeil van de Oostelijke eerste klassers is achteruit gegaan, of is het spel van Go-Ahead zoveel beter dan dat van de rest?
“Volgens mij mening,” zo deelde ons de aanvoerder mede, “is het Oostelijk spel er in het algemeen niet slechter op geworden. doch Go-Ahead is op het ogenblik de meerdere doordat de speltechniek bij haar beter is dan bij de tegenstanders. En ten slotte Go-Ahead is thans den kinderjaren weer te boven. Enige jaren geleden is de ploeg onder handen genomen en terdege verjongd. En deze verjongingskuur werpt thans haar reslultaten af.”
Enigszins filosofisch besloot de sympathieke Go-Ahead captain: ‘ie in de wereld wat bereiken wil, moet er hard voor werken, geestelijk zowel als lichamelijk. Dat is een natuurlijke wet, die niet alleen geldt op maatschappelijk gebied, maar ook in de voetbalsport. Dat is het hele geheim en daarom behoeven wij de toekomst van Rood-Geel niet donker in te zien.