“We gaan naar Rome, we gaan naar Rome” zong Willy Derby in 1934. Heel Nederland was in de ban van het aankomende W.K. in Italië. Weken voorafgaande aan het W.K. werd er volop aandacht besteed aan de selectiekeuze en de speelwijze. Via de opkomende ‘nieuwe’ media, zoals de krant en de radio, was het mogelijk dat iedereen op de hoogte werd gebracht van de laatste nieuwtjes en dit zwengelde de aandacht dan ook flink aan.
Ruim tienduizend Nederlanders besloten zelfs de overtocht te maken naar Milaan, waar Nederland zijn eerste wedstrijd moest spelen tegen de Zwitsers. Maar voordat de eerste wedstrijd gespeeld werd, speelde zich nog eerst een ware soap af rondom de selectie waar met name Leo Halle onder te lijden had. Het W.K. zou niet alleen dramatisch verlopen voor Halle, maar de eerste wedstrijd in Milaan ging de geschiedenisboeken in als de nederlaag der nederlagen.
Voor het W.K. besloot de vaste keeper, Gejus van der Meulen, te stoppen met zijn interland carrière. Hij was inmiddels afgestudeerd als dokter en runde een eigen praktijk. De keepers van Male en Keyzer verkeerden beiden in een slechte vorm waardoor besloten werd Leo Halle op te roepen. Vlak voor het W.K. keepte Halle echter een slechte wedstrijd waardoor er twijfel was welke keeper Nederland moest vertegenwoordigen.
Het deed bondsvoorzitter Karel Lotsy besluiten om van der Meulen nog een keer te vragen om terug te komen op zijn eerdere beslissing. Lotsy, die net als van de Meulen van de voetbalclub HFC te Haarlem kwam en persoonlijk bevriend was met van de Meulen, slaagde erin. Dat van der Meulen apart mocht reizen, als enige speler zijn vrouw mocht meenemen en een aparte hotelkamer kreeg toegewezen zal hier ongetwijfeld aan meegeholpen hebben. Binnen de selectie werd hierop gemengd gereageerd. Het merendeel vond dit oneerlijk, maar men was te bang voor zijn eigen plek om dit openlijk aan te kaarten. Het was in ieder geval niet bevorderlijk voor de sfeer binnen de groep.
Aangezien de keuzecommisie eerder Leo Halle en van Male al had aangewezen om deel uit te maken van de WK selectie, reisde Nederland dus met 3 keepers af naar Italië. Van der Meulen, ongetraind en al enige tijd gestopt, startte op aandringen van Lotsy, in de basis tijdens de eerste wedstrijd in Milaan tegen de Zwitsers. In 1934 begon het WK gelijk met een knockout ronde. Halle, die een aantal jaren geleden de bijnaam de leeuw van Milaan kreeg opgespeld door de Italianen na een briljant gekeepte wedstrijd in hetzelfde stadion, moest plaatsnemen op de tribune tussen de overige 40.000 toeschouwers. Dit tot groot ongenoegen van Halle en veel van zijn meegereisde fans.
Nederland verloor uiteindelijk deze wedstrijd en kon gelijk na afloop weer terugreizen naar Nederland. Rome werd dus nooit gehaald.
Na deze wedstrijd werd Leo Halle eerste keeper bij Oranje en met veel succes. Thuis aangekomen kreeg het Nederlands Elftal, en dan met name de keuze commissie ernstige kritiek over de gang van zaken rondom de opstelling en de gehanteerde tactiek. Karel Lotsy maakte kort na thuiskomt wereldkundig dat hij zijn functie als voorzitter van de technische commissie per direct neer zou leggen. Volgens eigen zeggen stond dit besluit los van de magere resultaten en daaropvolgende kritiek. Voor Halle kwam deze beslissing helaas een paar maanden te laat.
Leo Halle zou pas veel later in een interview aangeven dat hij sterk het vermoeden had dat hij op basis van zijn achtergrond en door vriendjespolitiek benadeeld was. Karel Lotsy en van der Meulen hadden hem een hak gezet en hij was er van overtuigd dat ze met hem in het doel de wedstrijd nooit hadden verloren.
Enkele jaren later, als de tweede wereldoorlog inmiddels gaande is, zal ook dan blijken dat Halle en van der Meulen en Lotsy lijnrecht tegenover elkaar staan. Halle ging in het verzet en Losty en van der Meulen sloten zich aan bij de Duitsers.