In 1970 bezorgde de legendarische Ove Kindvall Feyenoord de Europacup I door in de finale het winnende doelpunt te maken tegen Celtic. Daarnaast scoorde hij in 5 seizoenen 129 doelpunten voor Feyenoord waardoor hij bijna 1 op 1 liep. Het leverde hem de heldenstatus op die tot op de dag van vandaag standhoudt. Toen Kindvall besloot om in 1971 terug te keren naar zijn geboorteland liet hij een torenhoog verwachtingspatroon achter voor zijn opvolgers. Een uitdaging die menig spits aanging, maar bijna evenveel slachtoffers kende. De eerste in de rij die deze uitdaging aan mocht gaan was Matthias Maiwald. Een in Duitsland geboren, maar in Nederland opgegroeid, aanvallend talent. U raadt het al. Het werd geen succes. Hoewel hij in de Europacup nog drie maal wist te scoren lukte hem dit in zijn eerste eredivisieseizoen slechts twee maal. Dit stond in schril contrast met zijn legendarische voorganger en hij mocht na één seizoen dan ook vertrekken. Na een mislukt avontuur in België wist manager Hans Kraaij sr. (tevens voormalig teamgenoot bij DOS), Maiwald halverwege het seizoen 1973-’74 over te halen om bij Go Ahead Eagles te tekenen. Ditmaal was het zijn taak om een andere legende te doen vergeten: Ruud Geels. Ook dit werd geen succes. In anderhalf seizoen scoorde Maiwald twee keer, waarna hij uitgeleend werd aan eerstedivisionist Vitesse om vervolgens bij SC Amersfoort zijn actieve loopbaan te beëindigen.
Na zijn voetbalcarrière kreeg Maiwald voornamelijk bekendheid als groundsman van het bekende en deftige Hilversumse Lawn Tennis Club ’t Melkhuisje, waar hij 25 jaar lang het gezicht van was. Een rol die hem paste als een handschoen en hem uiteindelijk toch nog een succesvolle carrière opleverde.
Matthias Maiwald zal de geschiedenisboeken ingaan als het eerste slachtoffer van het Ove Kindvall-syndroom. Zijn voetballeven speelde zich voornamelijk af in de schaduw van zijn voorganger. Bij zowel Feyenoord als Go Ahead Eagles.