Verhalen archief
Stichting Niet te Kraken

Bestuursleden en trainers zijn passanten en clubliefde bestaat niet, luidt tegenwoordig het adagium in de voetballerij. Hoe anders was dat met de, op 25 januari, 68 jaar geleden overleden Wilhelmus Frederik Hendrik de Rooij? Hij was liefst 33 jaar voorzitter van Go-Ahead, meer dan een kwart van de nu 112-jarige clubgeschiedenis.

Willem de Rooij werd op 28 februari 1873 in Den Haag geboren. Het gezin woonde daarna onder meer in het Duitse Krefeld en in Helmond. Daar trouwde Willem in 1903 met Martina Johanna Frie. Met zijn eigen gezin (met inmiddels twee kinderen) vertrok hij in 1906 naar Haarlem en in 1909 naar Rotterdam, waar nog een derde kind werd geboren.

De Rooij kwam naar Deventer en trad in 1916 of 1917 toe tot het bestuur van Go-Ahead. Op 16 juni 1918 werd hij voorzitter, als opvolger van Berend Udink. De club had een jaar eerder net zijn eerste landskampioenschap mogen vieren. Onder het bewind van De Rooij zouden er nog vele oostelijke titels en drie landstitels volgen. Hij bleef in totaal 33 jaar voorzitter, een periode die om onbekende redenen begin 1927 enkele maanden werd onderbroken. J.M.Koopman nam zijn functie toen tijdelijk waar. Op 28 februari 1948, bij zijn 75e verjaardag, kondigde De Rooij aan later dat jaar af te treden, maar uiteindelijk bleef hij nog ruim drie jaar aan. Vanwege zijn enorme staat van dienst werd hij tot erevoorzitter benoemd.

In een afscheidsinterview in de Go-Ahead Revue in september 1951 keek De Rooij terug op zijn regeerperiode. Als dieptepunt noemde hij de degradatie van zijn club naar de Tweede Klasse in 1941. De promotie meteen het jaar daarop kenschetste hij als de allermooiste dag. Die prestatie sloeg hij – gezien de impact die de volkomen onverwachte en beschamende degradatie had gehad – zelfs hoger aan dan de landstitels. Ook het feit dat Go-Ahead, als vertegenwoordiger van het volksvoetbal, de eerste club in Nederland was die na een kampioenschap officieel door het gemeentebestuur werd ontvangen koesterde hij zeer. Verder was Go-Ahead volgens De Rooij de grondlegger van de jaarlijkse Liefdadigheidssportdagen in Deventer. Dit evenement kwam voort uit een door Go-Ahead georganiseerde feestmars ter gelegenheid van het 25-jarig jubileum van Deventenaar (en van origine UD’er) Steven Coldewey als bondsbestuurder van de KNVB.

Opmerkelijk is de uitspraak van De Rooij dat het besturen in de loop der jaren moeilijker was geworden. Dit kwam vooral doordat er naast voetbal, dansen en de bioscoop veel meer vertier en ontspanningsmogelijkheden waren gekomen, en dus werd “het moeilijker de mensen te binden”. Deze woorden zijn dus uitgesproken in 1951 (!), ze lijken een klacht van alle tijden …

Eén van de wensen die De Rooij had voor de periode na zijn aftreden werd niet vervuld: een kampioenschap bij het 50-jarig bestaan in december 1952. Integendeel zelfs: in het aan het jubileum voorafgaande seizoen 1951-1952 eindigde Go-Ahead als twaalfde (van veertien clubs) in de Eerste Klasse A.

Ondanks zijn lange bewindsperiode stelde De Rooij zich in het artikel uiterst bescheiden op. “Ik heb niets gedaan. Maar de werklust en bekwaamheid van mijn medebestuurders en niet te vergeten, de succesvolle eerste elftallen hebben onze club gemaakt tot wat zij nu is. Ik was alleen maar de Voorzitter.”

Willem de Rooij, die begrafenisondernemer was en binnen Go-Ahead als bijnaam ‘Pa’ de Rooij had, bleef na zijn aftreden deel uitmaken van het verenigingsleven binnen de club. Hij overleed op 25 januari 1955 na een kort ziekbed op 81-jarige leeftijd. In het stadion werd later dat jaar als eerbetoon een plaquette onthuld met zijn beeltenis. Deze plaquette werd in de jaren ’70 overgebracht naar het clubhuis van DVV Go-Ahead op de Rielerenk, waar hij vandaag de dag nog te zien is.

de rooij