Verhalen archief
Stichting Niet te Kraken

In een nieuwe vorm naar nieuwe successen?

In de zomer van 1971 vindt er binnen Go-Ahead een ‘revolutie’ plaats. Op 1 juli van dat jaar, nu precies vijftig jaar geleden, gaat de profsectie van de club verder onder de naam ‘Go Ahead Eagles’. Zonder de ‘last’ van de amateurtak, die de oude naam en de rood-gele clubkleuren blijft dragen. Aan die ontwikkeling is een lange en stevige discussie voorafgegaan.

De achtergrond

Bij de invoering van het betaalde voetbal in 1954 is Go-Ahead er meteen bij. Binnen de club ontstaan er twee afdelingen – een amateurtak en een betaalde sectie – met elk een eigen bestuur. Geleidelijk aan legt de proftak, hoewel het dan in de praktijk nog gaat om semiprofs met relatief kleine contractjes, een steeds groter beslag op de financiën en de organisatie. Dat gaat weer ten koste van de jeugd en de lagere elftallen.

Nederland telt eind jaren vijftig zo’n tachtig (semi)profclubs, verdeeld over vijf divisies. In de jaren zestig wordt duidelijk dat veel clubs hun broek niet meer kunnen ophouden op basis van de vaak lage toeschouwersaantallen en de sponsorbijdragen van (lokale) bedrijven. Eind jaren zestig zijn er nog ruim vijftig betalende clubs over; de rest is al gefuseerd of weer teruggekeerd naar de rangen der amateurs. De schifting is echter nog niet voldoende. In 1971 voert de KNVB een harde sanering door. In augustus van dat jaar zijn er nog maar twee profdivisies over, met samen nog 39 clubs.

Ook Go-Ahead in nood

Ook bij Go-Ahead – dan een club met zo’n zeshonderd leden – dreigt het betaalde voetbal onbetaalbaar te worden. De club is in de jaren zestig sportief sterk gegroeid. Onder coach František Fadrhonc (en manager Wim Beltman) is Go-Ahead een gevreesde subtopper in de Eredivisie geworden. Met steun van de gemeente zijn de IJssel- en Brinkgreverwegtribune overdekt. Er is een Stichting Betaald Voetbal Deventer (SBVD) gekomen, waarin het bedrijfsleven en de gemeente zitting hebben. Maar hoe houd je dat vol, zo is de vraag. In februari 1971 moet de gemeenteraad – met één stem tegen – akkoord gaan met een subsidie van 450.000 gulden voor de club. Met dat bedrag kan precies de actuele schuldenlast van de club worden afgedekt.

Stichting Niet te Kraken

De Volkskrant, 23 februari 1971.

Zonder steun uit het bedrijfsleven is betaald voetbal in Deventer – en zeker in de Eredivisie – dus onmogelijk. De insteek van de SBVD en de gemeente is echter vooral om profvoetbal als passieve recreatie mogelijk maken. Ze hebben geen zin om ook een amateurafdeling overeind te houden. En zo groeit bij de SBVD en de proftak van Go-Ahead de wens voor een nieuwe structuur.

Een nieuwe structuur?

Volgens ‘manager’ Ed Brands van de proftak (in het dagelijks leven directeur van de Raiffeisenbank, de voorloper van de Rabobank) moet betaald voetbal ‘op een gezonde, zakelijke basis’ worden bedreven, zonder ‘sentimenten’. Dat kan ‘naast óf met een goed geleide amateursector’, met andere woorden: er blijft één vereniging met zowel profs als amateurs ‘met stringente afspraken en goede verhoudingen’, of er komt een afscheiding ‘waarbij wel nauwe contacten blijven bestaan’. Tussen de regels door lijkt de voorkeur van de profs echter wel duidelijk. Een binding met de amateurtak kan betekenen dat de andere amateurclubs in de regio zich achtergesteld voelen, en dat is ook weer niet de bedoeling. En dat de ledenvergadering per definitie het hoogste orgaan in een vereniging is (en dus ook over ‘het grote geld’ van de profs moet meebeslissen) is ook riskant.

Stichting Niet te Kraken

Ed Brands (achteraan in het midden) als ‘manager’ van Go-Ahead met het elftal uit het seizoen 1964-1965. Hij staat later aan de basis van de scheiding tussen profs en amateurs. Verder achter vanaf links: Joop Brand (assistent-trainer), Anton Goedhart, Wim Weijers, Nico van Zoghel, Henk Warnas, Gerard Somer, Rolf Thiemann en František Fadrhonc (trainer). Voor: Rinus Hondelink, Chris Lefering, Pleun Strik, Henk Kanselaar, Wietse Veenstra, Gerrit Niehaus en Joop Butter.

Vanaf begin 1970 wordt er frequent vergaderd tussen SBVD, profs en amateurs om te komen tot een herstructurering. Binnen Go-Ahead praten ook vertegenwoordigers van de jeugd, ereleden en oud-bestuursleden mee. Het is de bedoeling dat de nieuwe structuur al in de zomer van 1970 ingevoerd wordt, maar dat zal uiteindelijk een jaar later worden.

In de discussie voelen de amateurs zich al snel een blok aan het been. Alle aandacht gaat logischerwijs uit naar de profs in de subtop van de Eredivisie. Gevreesd wordt dat veel leden bij een splitsing zullen vertrekken, omdat ze zich in de praktijk toch vooral met het betaald voetbal verbonden voelen en het eerste elftal tegen Ajax, Feijenoord en FC Twente willen zien spelen.

Toch hebben zij ook wel degelijk argumenten om zich los te maken van de profs. Als er nu namelijk iets misgaat binnen de club (en gemeente en bedrijfsleven bijvoorbeeld de hand op de knip houden), gaat heel Go-Ahead failliet. Bij een splitsing draagt alleen de sectie betaald voetbal het risico en blijft de amateurstaart van de club, met zijn rijke historie, gevrijwaard van rampspoed.

De amateurs, die bij een splitsing weg moeten uit de Vetkampstraat, stellen wel eisen. Ze vragen een ‘afkoopsom’ van 350.000 gulden (fl. 150.000 ineens en tien jaarlijkse termijnen van fl. 20.000), bestaande uit vier componenten: de kosten voor een nieuwe accommodatie voor de amateurs, de overname door de profs van de contractspelers van dat moment, goodwill (de waarde van de goede naam en reputatie van Go-Ahead) en een startkapitaal.

De SVBD denkt echter aan slechts fl. 50.000 ineens en eenzelfde bedrag in vijf termijnen. Na ampel beraad rolt er een compromis uit de bus: fl. 50.000 in één keer plus fl. 100.000 in vijf jaarlijkse termijnen van fl. 20.000. Verdere punten van onderhandeling zijn onder meer de verdeling van de bekers en de prijzen uit het verleden en de beschikbaarheid van seizoenkaarten voor de leden van de amateurclub.

De uitkomst

Het leidt allemaal tot een eindvoorstel waarover op een buitengewone Algemene Ledenvergadering gestemd wordt. Die vindt plaats op 29 april 1971 in Studio Five aan de Binnensingel 90.

Stichting Niet te Kraken

Café-restaurant en zalenverhuur Studio Five (voorheen het gebouw van de R.K. Werkliedenvereniging St. Joseph), vlak voor de sloop in 1984. Hier wordt op 29 april 1971 beslist over de toekomst van Go-Ahead. Foto: A. Peet, Historisch Centrum Overijssel/Stadsarchief Deventer.

Eerst worden de rapporten van de sectie betaald voetbal en van de werkgroep van Go-Ahead voorgelezen. Er is daarna geen ruimte meer voor een ‘open discussie’. Voorzitter Brands wil zo oeverloze gesprekken en vooral verhitte taferelen voorkomen. Wel komt er een pauze waarin zaken onderling kunnen worden besproken en eventuele stoom kan worden afgeblazen.

Aan het eind van de avond wordt het besluit tot afsplitsing van de profs met vrijwel algemene stemmen aangenomen. De kogel is door het stadion. De amateurs blijven de naam Go-Ahead dragen, de proftak zal een nieuwe naam kiezen. Bepaald nog een heikel punt, dat in de weken daarna nog voor de nodige opwinding zal zorgen en kwaad bloed zal zetten.

klik hier voor deel 2

klik hier voor deel 3