Verhalen archief
Stichting Niet te Kraken

Ik kan niet wachten tot zaterdag 19:45 uur. De belangen zijn groot met als inzet een plekje in de eredivisie voor volgend seizoen. Er staat veel, zo niet alles, op het spel. Al ver voor de aftrap lijkt de wedstrijd al in volle hevigheid te zijn losgebarsten en er is er maar één die hiervoor verantwoordelijk kan zijn. Robert Maaskant.

Het deed mij direct denken aan mijn tijd als jeugdspeler in het A-team van onze plaatselijk voetbalclub. We speelden op een niet noemenswaardig niveau, maar in onze beleving speelden wij elke zaterdag een Europacup wedstrijd. Wij waren een hecht vriendenteam waaruit tot op de dag van vandaag, zo’n 30 jaar later, nog steeds vriendschappen zijn overgebleven. Onze wedstrijden speelden zich af binnen een cirkel van zo’n 10 kilometer. Elke wedstrijd was dus een soort derby, waarvan er altijd wel een paar bekenden meededen bij de tegenpartij. Eén wedstrijd was speciaal en werd direct na het bekendmaken van het wedstrijdprogramma dik onderstreept. Koninklijk U.D. uit.

Koninklijk U.D. (KUD, in de volksmond) speelde destijds nog aan de Bergweide en was toen nog een échte elitaire club. Daar kon je niet zo maar lid van worden. De club had een heuse ballotagecommissie en er werd zelfs cricket gespeeld door jongetjes in witte pakken met een raar soort honkbalknuppel. Wij keken onze ogen uit en stootten elkaar lacherig aan. Het contrast was gigantisch.

Wij, als dorpsclubje, waren in alles het tegenovergestelde van U.D. Wij speelden op Quicks en hadden oude afgedankte trainingspakken van een seniorenteam. Onze ouders kwamen in vrijetijdkleding onze wedstrijden bekijken en parkeerden hun Opel Kadetts en Ford Escorts naast de Jaguars en BMW’s. U.D. spelers speelden op de duurste Adidas-Worldcups en droegen Kappa trainingspakken en hun vaders stonden langs de lijn in corduroy broeken en lange regenjassen.

Het A-team van U.D. bestond destijds, in mijn beleving, uit verwende jongetjes in keurig gestreken tenues met een kraagje, de meesten met de sokken over de knieën getrokken. Eén jongen stak er letterlijk en figuurlijk bovenuit. Een lange, slungelige donkere voorstopper. Een jongen waar alle medespelers naar luisterden en letterlijk tegenop keken. Een geboren leider. Hij had een grote mond tegen de scheidsrechter en zijn medespelers en hij had vooral de gave om ondanks zijn doorsnee voetbalkwaliteiten over te komen als een getalenteerd voetballer. Hij moet hiermee menig tegenstander hebben afgebluft.

Ik stond niet bekend om mijn werklust in het veld (type flegmatiek), maar tegen U.D. speelde ik altijd op mijn best. Deze lange verdediger werkte als doping voor mij en haalde het beste in mij en mijn medespelers naar boven. Negen van de tien keer wonnen wij bij U.D. en zongen wij na de wedstrijd onder de douche het hoogste lied en bleven wij na de wedstrijd net iets langer in het clubhuis (geen kantine, maar clubhuis) dan bij andere uitwedstrijden. Tegen de tijd dat wij vertrokken zat de lange voorstopper al lang naast zijn vader in de BMW op weg naar huis. Ongetwijfeld luisterend naar het commentaar van zijn vader. Een overwinning op het U.D. terrein was een overwinning waar wij weken, zo niet maanden, op konden teren. De maandag erop gingen wij dan fluitend naar school.

Deze lange voorstopper van U.D. was de zoon van een bekende voetbaltrainer en heette Robert. Robert Maaskant. Deze week liet hij weer van zich horen. Hij schold een van zijn eigen spelers uit na een domme actie, en probeerde via de media de boel op scherp te zetten ten koste van de komende tegenstander. Wat dat betreft is Robert niets veranderd in de afgelopen dertig jaar. Ik zie hem zo weer voor me, in zijn witte shirt met rode band, druk gebarend en foeterend op de scheidsrechter na een tegendoelpunt. Een echte winnaar die alle middelen aanboort om te winnen en dat valt hem te prijzen. Iemand die het maximale uit zijn talent haalt, maar of het genoeg is? Dertig jaar geleden in ieder geval niet.

Het belooft zaterdag in ieder geval een heerlijke wedstrijd te worden. Uit tegen Maaskant.

Ik heb er weer ouderwets zin in.