Stiekem juichen
Hoi Buitenkantjelinks,
Pas op vrijdagavond voor de wedstrijd tegen Twente kreeg ik het verlossende telefoontje. Op het moment dat ik er niet meer op gerekend had, hoorde ik de drie magische woorden ‘ik heb ze’ te horen door de telefoon. Nog net op de valreep. Vier gewilde tickets in de Grolsch Veste voor de derby van het Oosten. “Waar zitten we?” vroeg ik nog. “Geen idee, het waren de laatste vier stoeltjes naast elkaar”, hoorde ik aan de andere kant van de telefoon. “En ze zijn maar €12,50 per stuk”. Dat is niet duur, dacht ik nog.
Het vergde ‘agendatechnisch’ wat creativiteit maar zondagmiddag reden we dus alsnog naar Enschede. Onderweg kwamen we al lekker in de stemming. Op verschillende viaducten stonden mensen met toeters en vlaggen supporters uit te zwaaien alsof we soldaten waren die naar het front gingen. In de Grolschveste aangekomen was het even zoeken naar het juiste vak. Ik zag nu pas op ons kaartje de tekst staan ‘minder-zicht-plek’.
Dat beloofde niet veel goeds. Het vak bleek zich in een uiterste hoek van het stadion te bevinden. Vanaf ons stoeltje kon je de linkercornervlag niet eens zien. Onbegrijpelijk dat iemand een stadion ontwerpt en er dan geen rekening mee houdt dat het wel handig is dat het hele veld gezien kan worden. Maar, we zaten. Recht tegen over ons zong het overvolle uitvak “Oh wat is het toch fijn, om een Eagle te zijn”. Het stadion was verder nog behoorlijk leeg, maar al snel vulde ook ons vak met Twente supporters. En niet kort daarna leerden wij dat alle Deventenaren op hetzelfde geslacht vielen en dat alle Eagles-spelers hele nare ziektes onder de leden hadden. De sfeer werd grimmiger. Het bleek een bijzonder fanatiek vak te zijn met vooral veel halfdronken twintigers. Best gezellig, maar niet als je voor de tegenpartij bent. Ondertussen probeerden wij zo neutraal mogelijk te reageren op de wedstrijd, wat niet mee viel. Bij de afgekeurde goal betrapte ik mij er op dat ik een wegwerpgebaar maakte. Snel stopte ik mijn hand in een beweging in mijn zak en bleef even strak voor mij uit kijken in de hoop dat niemand het opgevallen was. Gelukkig kwam er geen reactie. Bij het doelpunt juichte ik stiekem van binnen. Heel hard. Even kort oogcontact en een vluchtig knikje naar de andere drie meegereisde undercover Eagles-supporters had dezelfde lading als met beide vuisten in de lucht keihard juichen. De overtreffende trap van stilletjes genieten.
Op de terugweg naar huis konden we eindelijk vrijuit praten en kwamen we tot de conclusie dat het geen beste wedstrijd was. De minst slechte heeft gewonnen, maar dat maakte ons niet veel uit. We staan weer bovenaan en het is nog steeds fijn om een Eagle te zijn. Het houdt maar niet op.
Morgen TOP Oss. Weer een belangrijke pot en gewoon weer op vrijdagavond. Lekker vertrouwd en hopelijk weer ongeremd keihard juichen, zonder handrem. En met Leon de Kogel als matchlegend, lees ik net. Wat een jaar heeft hij achter de rug. Dat wens je niemand toe en al helemaal niet een speler die ons bijna in zijn eentje de eredivisie inschoot. Hij had dat seizoen een periode dat elke bal die hij raakte er in ging. Ongekend. Goed om te horen dat hij weer in staat om op de tribune te zitten en een mooi gebaar van de club om hem een hart onder de riem te steken. Als iemand de titel matchlegend verdient is hij het wel.
Het weekend heb ik trouwens gereserveerd om te lezen. Honderden pagina’s roodgele historie in twee boeken liggen op mij te wachten. Dat wordt genieten. Eigenlijk moet ik nog wachten tot ik de boeken van Sinterklaas krijg, maar als ik de pagina’s voorzichtig om blader en niet probeer te kwijlen tijdens het lezen kan ik de boeken na het lezen weer netjes inpakken en op 5 december verbaasd weer uitpakken, want nog twee weken wachten gaat mij niet lukken.
groeten,
Niet te Kraken.
Roodgele brieven worden geschreven door Robert Bugter (Buitenkantje Links) en Edgar Overmeen (Niet te Kraken). Zij gaan in op de laatste ontwikkelingen bij Go Ahead Eagles.
Eerder verschenen brieven zijn hier terug te lezen.