Een wat vergeten Go-Ahead-speler uit de jaren ’40 en ’50 van de vorige eeuw is Ab (Appie) Brand. Hij maakte net na de Tweede Wereldoorlog zijn opwachting als keeper van het eerste elftal en zou een kleine tien jaar lang de vaste doelman blijven. Het sportieve hoogtepunt in die periode was het oostelijk kampioenschap van 1948, achteraf het laatste grote roodgele succes. Dit bracht Go-Ahead in de kampioenscompetitie om de landstitel, met als overige deelnemers PSV, Haarlem, EDO (Haarlem), BVV (Den Bosch) en Heerenveen.
Go-Ahead begon slecht, met een nederlaag op eigen veld tegen Haarlem (1-2). Daarna moesten de roodgelen op bezoek bij het Heerenveen van ‘superster’ Abe Lenstra. Go-Ahead zorgde voor de verrassing van de dag door tegen alle verwachtingen in met 1-2 te winnen door goals van de broers Jan en Abse Kolkman. De ploeg won vooral op tactiek, door rechtsbinnen Edu Haes jr. als mandekker op Abe te laten spelen. De oostelijke pers betitelde dit als een goede tactische vondst, voor de Friese collega’s was het echter een soort antivoetbal dat op weinig sympathie kon rekenen. Maar het werkte wel: zonder een excellerende Abe bleek Heerenveen maar een ‘gewone’ ploeg. De Friezen hadden wel een veldmeerderheid, maar bleven aanvallend onmachtig. Lenstra scoorde nog wel de tegengoal, maar dat was letterlijk pas enkele seconden voor het eindsignaal.
De kampioenscompetitie kende een spannend verloop. Go-Ahead boekte enkele goede uitslagen en deed volop mee. Uit bij BVV en PSV verloor de ploeg echter in vier dagen tijd twee keer met grote cijfers (5-2 en 4-1), waardoor de landstitel uit beeld raakte. Heerenveen leek intussen aan het langste eind te trekken en voor het eerst in zijn bestaan de landstitel op te eisen. Het kon op 30 mei in Den Bosch kampioen worden, maar met een aan zijn knie geblesseerde Lenstra (hij speelde wel, maar had geen enkele inbreng) verloor de ploeg met 3-1 van BVV. Daardoor kwamen de Bosschenaren op de ranglijst op gelijke hoogte met de Friezen.
Een nieuwe en laatste kans kregen de Friezen op 6 juni in Deventer, met een nog steeds niet fitte Lenstra. De ploeg viel aan, maar liep weer in het Deventer mes. Een voortreffelijke Ab Brand hield zijn doel schoon, Kees Kerkdijk en Bé Bloemendal zorgden aan de andere kant voor 2-0. Heerenveen verloor dus opnieuw, en door een gelijkspel in Haarlem tegen EDO werd BVV een week later kampioen.
Ab Brand speelde begin jaren ’50 nog enkele competitiewedstrijden tegen Abe Lenstra’s Heerenveen. Mede vanwege de komst van het betaalde voetbal in 1954 alsook vanwege zijn leeftijd (hij was al bijna 40) verdween hij uit het eerste. In 1953 was hij nog gehuldigd vanwege het bereiken van de mijlpaal van 250 wedstrijden.
Midden jaren ’60 werd Brand voorzitter van de amateurafdeling van Go-Ahead. Dit bleef hij tot 1972, waardoor hij de voorzitter was die moest toezien de proftak zich in 1971 als GA Eagles van de moedervereniging afscheidde. Ook zag hij hoe de eerste plannen voor het nieuwe sportcomplex van DVV Go-Ahead op de Rielerenk gemaakt werden; het zou in 1974 worden geopend.